32002L0007

Richtlijn 2002/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten

Publicatieblad Nr. L 067 van 09/03/2002 blz. 0047 - 0049


Richtlijn 2002/7/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 18 februari 2002

tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 71,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Richtlijn 96/53/EG(5) zijn in het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid geharmoniseerde maximumafmetingen vastgesteld voor aan het verkeer deelnemende wegvoertuigen die goederen vervoeren.

(2) Er zijn geharmoniseerde maximumafmetingen nodig voor aan het verkeer deelnemende wegvoertuigen die passagiers vervoeren. Verschillen tussen de geldende normen in de lidstaten voor de afmetingen van wegvoertuigen voor personenvervoer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de mededingingsvoorwaarden en een belemmering vormen voor het verkeer tussen de lidstaten.

(3) Daar de harmonisatie van de maximumafmetingen voor aan het verkeer deelnemende wegvoertuigen die passagiers vervoeren niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van de voorgestelde maatregelen beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Het in voornoemd artikel omschreven evenredigheidsbeginsel gaat de onderhavige richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(4) In het kader van de totstandbrenging van de interne markt moet de werkingssfeer van Richtlijn 96/53/EG worden uitgebreid tot het nationale vervoer, voorzover er sprake is van kenmerken die de concurrentievoorwaarden in de vervoersector aanmerkelijk beïnvloeden, en met name de waarden in verband met de maximaal toegestane lengte en breedte van voertuigen voor personenvervoer.

(5) Geharmoniseerde voorschriften voor maximumgewichten en -afmetingen van voertuigen dienen op lange termijn stabiel te blijven. Derhalve mogen de bij deze richtlijn vastgestelde wijzigingen geen precedent vormen voor de maximaal toegestane gewichten en afmetingen van bussen en andere categorieën motorvoertuigen.

(6) Om redenen van verkeersveiligheid moeten bussen wat de wendbaarheid betreft aan prestatiecriteria voldoen.

(7) Om redenen van verkeersveiligheid die te maken hebben met de staat waarin de infrastructuur van Portugal en het Verenigd Koninkrijk verkeert, dient gedurende een overgangsperiode aan Portugal en het Verenigd Koninkrijk te worden toegestaan op hun grondgebied het gebruik van bussen die niet voldoen aan bepaalde criteria inzake wendbaarheid, te weigeren.

(8) Aan bussen die vóór de datum waarop deze richtlijn van toepassing wordt, zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht en die als gevolg van eerdere afwijkende nationale bepalingen of meetmethoden niet aan de in deze richtlijn vastgestelde afmetingskenmerken voldoen, moet worden toegestaan gedurende een overgangsperiode in de lidstaat waarin de voertuigen zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht, vervoer te blijven verzorgen.

(9) Derhalve moet Richtlijn 96/53/EG dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 96/53/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1, onder a), wordt vervangen door: "a) op de afmetingen van de motorvoertuigen van de categorieën M2 en M3 en hun aanhangwagens van de categorie 0, alsmede van de motorvoertuigen van de categorieën N2 en N3 en hun aanhangwagens van de categorieën 03 en 04, zoals gedefinieerd in bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(6);";

b) het volgende lid wordt toegevoegd: "3. Deze richtlijn is niet van toepassing op gelede bussen met meer dan één geleed gedeelte.";

2. niet van toepassing op de Nederlandse versie;

3. artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 1 en 2 worden vervangen door: "1. De lidstaten mogen op hun grondgebied niet toestaan:

a) het normale verkeer van voertuigen of voertuigcombinaties voor nationaal goederenvervoer die niet in overeenstemming zijn met de in de punten 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 4.2 en 4.4 van bijlage I vermelde kenmerken,

b) het normale verkeer van voertuigen voor nationaal personenvervoer die niet in overeenstemming zijn met de in de punten 1.1, 1.2, 1.4 bis, 1.5 en 1.5 bis van bijlage I vermelde kenmerken.

2. De lidstaten mogen op hun grondgebied wel toestaan:

a) het verkeer van voertuigen of voertuigcombinaties voor nationaal goederenvervoer die niet in overeenstemming zijn met de in de punten 1.3, 2, 3, 4.1 en 4.3 van bijlage I vermelde kenmerken,

b) het verkeer van voertuigen voor nationaal personenvervoer die niet in overeenstemming zijn met de in de punten 1.3, 2, 3, 4.1 en 4.3 van bijlage I vermelde kenmerken.";

b) lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i) in de eerste alinea worden de woorden "voor goederenvervoer gebruikte" vervangen door de woorden "voor vervoer gebruikte";

ii) in de derde alinea worden de woorden "in het nationale vrachtvervoer" vervangen door: "in het nationale vervoer";

c) het volgende lid wordt toegevoegd: "7. De lidstaten kunnen toestaan dat bussen die vóór de datum waarop deze richtlijn wordt uitgevoerd, zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht, tot en met 31 december 2020 op hun grondgebied aan het verkeer deelnemen met afmetingen die de in de punten 1.1, 1.2, 1.5 en 1.5 bis van bijlage I vermelde afmetingen overschrijden.";

4. artikel 7 wordt vervangen door: "Artikel 7

Deze richtlijn laat de toepassing onverlet van de in elke lidstaat geldende voorschriften inzake het wegverkeer op grond waarvan het gewicht en/of de afmetingen van voertuigen op bepaalde wegen of kunstwerken kunnen worden beperkt, ongeacht de staat waar deze voertuigen zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht.

Dat geldt ook voor de mogelijkheid om lokale beperkingen op te leggen betreffende maximaal toegestane afmetingen en gewichten van voertuigen die gebruikt mogen worden in gespecificeerde gebieden of op gespecificeerde wegen waar de infrastructuur niet geschikt is voor lange en zware voertuigen, zoals in stadscentra, kleine dorpen of plaatsen met een bijzonder belangwekkende natuur.";

5. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 8 bis

Portugal en het Verenigd Koninkrijk kunnen het gebruik van de in bijlage I, punt 1.1, bedoelde autobussen op hun grondgebied tot 9 maart 2005 verbieden of weigeren, behalve indien deze bussen voldoen aan onderstaande wendbaarheidscriteria:

- bij een stilstaande bus, met de gestuurde wielen in een zodanige stand dat het buitenste punt van de voorzijde een cirkel met een straal van 12,50 m zou beschrijven als het voertuig zou worden voortbewogen, wordt op de bodem met een lijn het loodrechte vlak aangegeven dat raakt aan de buitenzijde van het voertuig ten opzichte van de cirkel. Bij een gelede bus worden de twee stijve delen langs het vlak opgesteld,

- wanneer de bus naar links of rechts voortbeweegt langs de cirkel met een straal van 12,50 m, mag geen deel van het voertuig meer dan 0,80 m in het geval van een stijve bus met een lengte van maximaal 12 m, of meer dan 1,20 m in het geval van een stijve bus met een lengte van meer dan 12 m of in geval van een gelede bus, buiten het loodrechte vlak komen.";

6. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 10 bis

Wat betreft punt 1.5 bis van bijlage I, legt de Commissie uiterlijk op 9 maart 2005 een verslag voor over de haalbaarheid van een verlaging van de in de tweede alinea van dat punt genoemde waarde van 0,60 m, teneinde de veiligheidsvoorwaarden in samenhang met de wendbaarheid van lange bussen te verbeteren. In voorkomend geval gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot overeenkomstige wijziging van deze richtlijn.";

7. bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a) punt 1.1 wordt vervangen door: "1.1 maximumlengte

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

b) het volgende punt wordt ingevoegd: "1.4 bis Als demonteerbare toebehoren zoals skiboxen op een bus worden aangebracht mag de lengte van het voertuig, inclusief toebehoren, niet meer bedragen dan de in punt 1.1 bepaalde maximale lengte.";

c) het volgende punt wordt ingevoegd: "1.5 bis Bijkomende vereisten voor bussen

Bij een stilstaande bus wordt op de bodem met een lijn het loodrechte vlak aangegeven dat raakt aan de buitenzijde van het voertuig ten opzichte van de cirkel. Bij een gelede bus worden de twee stijve delen langs het vlak opgesteld.

Wanneer het voertuig de in punt 1.5 beschreven cirkelvormige ruimte in rechte lijn binnenrijdt, mag geen voertuigdeel meer dan 0,60 m buiten voornoemd loodrecht vlak komen.".

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 9 maart 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen verwezen naar de onderhavige richtlijn of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

J. Piqué i Camps

(1) PB C 274 E van 26.9.2000, blz. 32.

(2) PB C 123 van 25.4.2001, blz. 76.

(3) PB C 144 van 16.5.2001, blz. 15.

(4) Het Europees Parlement heeft advies uitgebracht op 3 oktober 2000 (PB C 178 van 22.06.2001, blz. 60), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 september 2001 (PB C 360 van 15.12.2001, blz. 7) en besluit van het Europees Parlement van 17 januari 2002.

(5) PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59.

(6) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/40/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 203 van 10.8.2000, blz. 9).