EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001L0031

Richtlijn 2001/31/EG van de Commissie van 8 mei 2001 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/387/EEG van de Raad betreffende deuren van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 130, 12.5.2001, p. 33–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Estonian: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Latvian: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Lithuanian: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Hungarian Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Maltese: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Polish: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Slovak: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Slovene: Chapter 13 Volume 026 P. 310 - 311
Special edition in Bulgarian: Chapter 13 Volume 031 P. 43 - 44
Special edition in Romanian: Chapter 13 Volume 031 P. 43 - 44
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 026 P. 183 - 184

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2014; stilzwijgende opheffing door 32009R0661

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/31/oj

32001L0031

Richtlijn 2001/31/EG van de Commissie van 8 mei 2001 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/387/EEG van de Raad betreffende deuren van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 130 van 12/05/2001 blz. 0033 - 0034


Richtlijn 2001/31/EG van de Commissie

van 8 mei 2001

tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/387/EEG van de Raad betreffende deuren van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/40/EG van het Europees Parlement en de Raad(2), en met name op artikel 13, lid 2,

Gelet op Richtlijn 70/387/EEG van de Raad van 27 juli 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende deuren van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/90/EG van de Commissie(4), en met name op artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 70/387/EEG is een van de bijzondere richtlijnen van de op grond van Richtlijn 70/156/EEG ingestelde EG-typegoedkeuringsprocedure. De bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende systemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden van voertuigen zijn derhalve van toepassing op de onderhavige richtlijn.

(2) Bij Richtlijn 98/90/EG zijn ontwerpvoorschriften voor toegangstreden en handvatten van bestuurdersruimtes ingevoerd teneinde verbetering te brengen in de veiligheid van personen die de bestuurdersruimte van bepaalde zware vrachtauto's in- en uitstappen.

(3) Bepaalde ontwerpen van bestuurdersruimtes die reeds op de markt zijn voldoen niet aan de bijzondere voorschriften van Richtlijn 98/90/EG, hoewel het veiligheidsniveau ervan gelijkwaardig wordt geacht. De technische voorschriften moeten daarom verder worden verfijnd, zodat ook deze ontwerpen van bestuurdersruimtes zijn toegestaan.

(4) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Richtlijn 70/387/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

1. Met ingang van 1 oktober 2001 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met deuren,

- voor een type voertuig noch de EG-typegoedkeuring noch de nationale typegoedkeuring weigeren,

- noch de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen verbieden,

indien de voertuigen voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 70/387/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn.

2. Met ingang van 1 december 2001 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met de deuren,

- niet langer de EG-typegoedkeuring verlenen en

- de nationale typegoedkeuring weigeren,

voor een nieuw type voertuig, indien niet is voldaan aan de voorschriften van Richtlijn 70/387/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 3

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 2001 aan deze richtlijn de voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 mei 2001.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.

(2) PB L 203 van 10.8.2000, blz. 9.

(3) PB L 176 van 10.8.1970, blz. 5.

(4) PB L 337 van 12.12.1998, blz. 29.

BIJLAGE

Bijlage III bij Richtlijn 70/387/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. De volgende zin wordt aan punt 1.2 toegevoegd: "Dit laatste voorschrift is niet van toepassing op de afstand tussen de bovenste trede en de vloer van de bestuurdersruimte.".

2. Het zevende streepje van punt 1.3 komt als volgt te luiden: "- overlapping in lengterichting (J) tussen twee opeenvolgende treden van dezelfde trap, of tussen de bovenste trede en de vloer van de bestuurdersruimte: 200 mm.".

3. De aanhef van punt 2.2.3 komt als volgt te luiden: "Bovendien moet de afstand (P) van de bovenrand van de leuning(en) of handgrepen of gelijkwaardige voorzieningen tot de vloer van de bestuurdersruimte minimaal de volgende waarde hebben.".

Top