EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996L0067

Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap

OJ L 272, 25.10.1996, p. 36–45 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Estonian: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Latvian: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Lithuanian: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Hungarian Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Maltese: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Polish: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Slovak: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Slovene: Chapter 07 Volume 002 P. 496 - 505
Special edition in Bulgarian: Chapter 07 Volume 004 P. 98 - 107
Special edition in Romanian: Chapter 07 Volume 004 P. 98 - 107
Special edition in Croatian: Chapter 07 Volume 026 P. 3 - 12

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 20/11/2003

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1996/67/oj

31996L0067

Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 272 van 25/10/1996 blz. 0036 - 0045


RICHTLIJN 96/67/EG VAN DE RAAD van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),

(1) Overwegende dat de Gemeenschap geleidelijk een gemeenschappelijk beleid voor het luchtvervoer tot stand heeft gebracht, teneinde de interne markt overeenkomstig artikel 7 A van het Verdrag gestalte te geven en aldus de economische en sociale vooruitgang duurzaam te bevorderen;

(2) Overwegende dat het in artikel 59 van het Verdrag gestelde doel bestaat in opheffing van de beperkingen voor het vrij verrichten van diensten binnen de Gemeenschap; dat, overeenkomstig artikel 61 van het Verdrag, dit doel in het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid moet worden verwezenlijkt;

(3) Overwegende dat bij de Verordeningen (EEG) nr. 2407/92 (4), nr. 2408/92 (5) en nr. 2409/92 (6) deze doelstelling, wat de eigenlijke luchtvervoerdiensten betreft, is verwezenlijkt;

(4) Overwegende dat grondafhandelingsdiensten onmisbaar zijn voor de goede werking van het luchtvervoer en een essentiële bijdrage leveren aan het doeltreffend gebruik van de luchtvervoerinfrastructuur;

(5) Overwegende dat het toegankelijk maken van de grondafhandelingsmarkt zal bijdragen tot een verlaging van de exploitatiekosten van de luchtvaartmaatschappijen en de kwaliteit voor de gebruikers zal verbeteren;

(6) Overwegende dat het in het licht van het subsidiariteitsbeginsel onontbeerlijk is dat de toegang tot de grondafhandelingsmarkt in communautair verband wordt bewerkstelligd en dat de Lid-Staten de mogelijkheid wordt gelaten om met het specifieke karakter van deze sector rekening te houden;

(7) Overwegende dat de Commissie in haar mededeling van juni 1994 "Een betere toekomst voor de burgerluchtvaart in Europa" heeft laten weten dat zij vóór eind 1994 een initiatief wenste te nemen om de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap te verwezenlijken; dat de Raad, in zijn resolutie van 24 oktober 1994 over de situatie van de Europese burgerluchtvaart (7), heeft bevestigd dat daarbij de door de situatie op de luchthavens gestelde eisen in aanmerking moeten worden genomen;

(8) Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 14 februari 1995 over de burgerluchtvaart in Europa (8) heeft gesteld dat rekening moet worden gehouden met de gevolgen van het toegankelijk maken van de grondafhandelingsmarkt voor de arbeidsomstandigheden en de veiligheid op de luchthavens van de Gemeenschap;

(9) Overwegende dat de vrije toegang tot de grondafhandelingsmarkt verenigbaar is met de goede werking van de luchthavens in de Gemeenschap;

(10) Overwegende dat de vrije toegang tot de grondafhandelingsmarkt geleidelijk tot stand moet worden gebracht en moet voldoen aan de eisen van de sector;

(11) Overwegende dat voor bepaalde categorieën diensten de toegang tot de markt, evenals zelfafhandeling kunnen stuiten op belemmeringen in verband met veiligheid, beveiliging, capaciteit en beschikbare ruimte; dat dus het aantal dienstverleners dat deze soorten diensten mag verrichten, beperkt moet kunnen worden; dat ook zelfafhandeling beperkt moet kunnen worden; dat in dat geval de criteria voor beperking relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend moeten zijn;

(12) Overwegende dat het voor een reële concurrentie noodzakelijk is dat - indien het aantal dienstverleners wordt beperkt - ten minste één van hen op termijn geen bindingen heeft met de luchthavenbeheerder, noch met de dominante luchtvaartmaatschappij;

(13) Overwegende dat het voor het goed functioneren van de luchthavens nodig is dat deze zich het beheer kunnen voorbehouden van bepaalde infrastructuren die om technische redenen of vanwege de rentabiliteit of de invloed op het milieu moeilijk zijn op te splitsen of uit te breiden; dat echter het gecentraliseerde beheer ervan het gebruik van deze infrastructuren door de dienstverleners en de gebruikers die voor zelfafhandeling zorgen, niet in de weg mag staan;

(14) Overwegende dat de genoemde belemmeringen in bepaalde gevallen zo groot kunnen zijn, dat zij een aantal beperkingen voor de toegang tot de markt of tot het verzorgen van zelfafhandeling kunnen rechtvaardigen, voor zover deze beperkingen relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend zijn;

(15) Overwegende dat dergelijke beperkingen tot doel moeten hebben de luchthavenautoriteiten in staat te stellen deze belemmeringen op te heffen of althans te verminderen; dat deze beperkingen door de Commissie, bijgestaan door een raadgevend comité, moeten worden goedgekeurd en voor een welbepaalde duur moeten worden toegestaan;

(16) Overwegende dat de handhaving van daadwerkelijke, eerlijke concurrentie vereist dat, in geval van beperking van het aantal dienstverleners, deze worden gekozen via een transparante en onpartijdige procedure; dat de gebruikers bij die keuze moeten worden geraadpleegd, omdat zij als eersten belang hebben bij de kwaliteit en de prijs van de diensten waarvan zij gebruik maken;

(17) Overwegende dat het dientengevolge van belang is de vertegenwoordiging en raadpleging van de gebruikers bij de keuze van de gemachtigde dienstverleners te organiseren via de oprichting van een uit hun vertegenwoordigers samengesteld comité;

(18) Overwegende dat het in bepaalde omstandigheden en onder bijzondere voorwaarden mogelijk is om bij de keuze van de dienstverleners op een luchthaven de openbare-dienstverplichting uit te breiden tot andere luchthavens in dezelfde geografische regio van de betrokken Lid-Staat;

(19) Overwegende dat de luchthavenbeheerder eveneens grondafhandelingsdiensten kan verlenen; dat deze door zijn besluiten aanzienlijke invloed op de concurrentie tussen de dienstverleners kan uitoefenen; dat het dus, teneinde de handhaving van eerlijke concurrentie te waarborgen, onontbeerlijk is de luchthavens te verplichten tot een boekhoudkundige scheiding van hun beheersactiviteiten en de regulering van infrastructuren enerzijds, en de levering van afhandelingsdiensten anderzijds;

(20) Overwegende dat een luchthaven zijn grondafhandelingsactiviteiten niet mag subsidiëren met inkomsten uit zijn functie als luchthavenbeheerder;

(21) Overwegende dat dezelfde transparantie-eisen moeten gelden voor alle dienstverleners die grondafhandelingsdiensten aan derden willen aanbieden;

(22) Overwegende dat, om de luchthavens in staat te stellen de infrastructuur te beheren en te zorgen voor de veiligheid en beveiliging op het luchthaventerrein, alsmede met het oog op de bescherming van het milieu en de vigerende sociale regelgeving, de Lid-Staten de activiteiten van een verlener van grondafhandelingsdiensten afhankelijk moeten kunnen stellen van een goedkeuring; dat de criteria voor het verlenen van die goedkeuring objectief, doorzichtig en niet-discriminerend moeten zijn;

(23) Overwegende dat de Lid-Staten daarom de bevoegdheid moeten behouden om de voor het goed functioneren van de luchthaveninfrastructuren benodigde regels uit te vaardigen en te doen toepassen; dat die regels in verhouding met het doel moeten zijn en niet mogen leiden tot een feitelijke beperking van de toegang tot de markt, of tot een verlaging van de zelfafhandeling tot beneden het in deze richtlijn vastgestelde niveau; dat in het kader van die regels de beginselen van objectiviteit, doorzichtigheid en niet-discriminatie moeten worden nageleefd;

(24) Overwegende dat de Lid-Staten de bevoegdheid moeten behouden om voor het personeel van de bedrijven die grondafhandelingsdiensten verlenen, een adequate sociale bescherming te garanderen;

(25) Overwegende dat men, voor zover dit voor de uitoefening van de rechten van de betrokkenen of voor een reële en eerlijke concurrentie nodig is, moet zorgen voor de toegang tot de luchthavenvoorzieningen ten behoeve van dienstverleners die gemachtigd zijn grondafhandelingsdiensten te verlenen, alsmede ten behoeve van gebruikers die aan zelfafhandeling mogen doen; dat die toegang evenwel aanleiding mag geven tot het innen van een vergoeding;

(26) Overwegende dat het gewettigd is dat de bij deze richtlijn erkende rechten voor dienstverleners en gebruikers uit derde landen slechts gelden, wanneer strikte wederkerigheid in acht wordt genomen; dat de Lid-Staat, bij het ontbreken van deze wederkerigheid, deze rechten jegens die dienstverleners en gebruikers moet kunnen opschorten;

(27) Overwegende dat het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk op 2 december 1987 te Londen, in een gezamenlijke verklaring van hun ministers van Buitenlandse Zaken, regelingen zijn overeengekomen inzake meer samenwerking bij het gebruik van de luchthaven van Gibraltar, welke regelingen echter nog niet worden toegepast;

(28) Overwegende dat deze richtlijn de toepassing van de Verdragsregels onverlet laat, met name dat de Commissie zal blijven toezien op de eerbiediging van deze regels, door zo nodig gebruik te maken van alle mogelijkheden die artikel 90 van het Verdrag haar daartoe biedt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

1. Deze richtlijn is van toepassing op elke luchthaven die zich op het grondgebied van een Lid-Staat bevindt, onder de bepalingen van het Verdrag valt en voor commercieel verkeer is opgesteld overeenkomstig de volgende voorschriften:

a) De bepalingen met betrekking tot de in artikel 7, lid 1, bedoelde categorieën afhandelingsdiensten die niet onder artikel 7, lid 2, vallen, zijn met ingang van 1 januari 1998 van toepassing op iedere luchthaven, ongeacht de verkeersomvang.

b) De bepalingen met betrekking tot de in artikel 7, lid 2, bedoelde categorieën afhandelingsdiensten zijn met ingang van 1 januari 1998 van toepassing op luchthavens met een jaarlijkse verkeersomvang van ten minste 1 miljoen passagiersbewegingen of 25 000 ton vracht.

c) De bepalingen met betrekking tot de in artikel 6 bedoelde categorieën afhandelingsdiensten zijn met ingang van 1 januari 1999 van toepassing op luchthavens:

- met een jaarlijkse verkeersomvang van ten minste 3 miljoen passagiersbewegingen of 75 000 ton vracht, of - die in de periode van zes maanden vóór 1 april of 1 oktober van het voorgaande jaar een verkeersomvang van ten minste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht hebben geregistreerd.

2. Onverminderd lid 1 zijn de bepalingen van deze richtlijn met ingang van 1 januari 2001 van toepassing op elke luchthaven die zich op het grondgebied van een Lid-Staat bevindt, onder de bepalingen van het Verdrag valt, voor commercieel verkeer is opengesteld en een verkeersomvang heeft van het minste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht.

3. Wanneer een luchthaven één van de in dit artikel genoemde minima voor het vrachtverkeer bereikt zonder evenwel het overeenkomstige minimum voor het passagiersverkeer te bereiken, zijn de bepalingen van deze richtlijn niet van toepassing voor wat betreft de categorieën afhandelingsdiensten die uitsluitend voor passagiers bestemd zijn.

4. De Commissie publiceert ter informatie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen de lijst van de in dit artikel bedoelde luchthavens. Deze lijst zal voor het eerst binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn en vervolgens jaarlijks worden gepubliceerd.

De Lid-Staten brengen jaarlijks vóór 1 juli de voor de opstelling van deze lijst benodigde gegevens ter kennis van de Commissie.

5. De toepassing van deze richtlijn op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, onverlet.

6. De toepassing van het bepaalde in deze richtlijn op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen van de gezamenlijke verklaring van de ministers van buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 van toepassing worden. De Regeringen van het Koninkrijk Spanje en van het Verenigd Koninkrijk zullen de Raad van die datum in kennis stellen.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) luchthaven: elk terrein dat speciaal is ingericht om luchtvaartuigen de mogelijkheid te bieden om te landen, op te stijgen of manoeuvres uit te voeren, met inbegrip van de eventueel bijbehorende installaties ten behoeve van het verkeer van en de dienstverlening aan luchtvaartuigen en de nodige installaties ten behoeve van de commerciële luchtdiensten;

b) luchthavensysteem: twee of meer luchthavens die samen de luchtverbindingen van dezelfde stad of agglomeratie verzorgen, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2408/92;

c) luchthavenbeheerder: de instantie die, eventueel in combinatie met andere activiteiten, aan de nationale wet- of regelgeving de taak ontleent om de luchthaveninfrastructuur te beheren en de activiteiten van de verschillende op de luchthaven of in het desbetreffende luchthavensysteem aanwezige ondernemingen te cooerdineren en te controleren;

d) gebruiker van een luchthaven: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die vanaf of naar de desbetreffende luchthaven door de lucht pasagiers, post en/of vracht vervoert;

e) grondafhandeling: de diensten die op een luchthaven aan een gebruiker worden verleend, zoals beschreven in de bijlage;

f) zelfafhandeling: situatie waarbij een gebruiker zichzelf rechtstreeks een of meer categorieën afhandelingsdiensten verleent en met derden geen enkel contract, hoe ook genaamd, dat de verlening van dergelijke diensten tot doel heeft, afsluit. Voor de toepassing van deze definitie worden gebruikers onderling niet als derden aangemerkt:

- als de één een meerderheidsbelang in de ander heeft, of - als een zelfde entiteit in elk van beide een meerderheidsbelang heeft;

g) verlener van grondafhandelingsdiensten: iedere natuurlijke of rechtspersoon die aan derden een of meer categorieën grondafhandelingsdiensten verleent.

Artikel 3

De luchthavenbeheerder

1. Wanneer het beheer en de exploitatie van een luchthaven of van een luchthavensysteem niet bij één beheerder maar bij verschillende afzonderlijke beheerders berusten, wordt elk van dezen voor de toepassing van deze richtlijn geacht deel uit te maken van de luchthavenbeheerder.

2. Wanneer er voor verscheidene luchthavens of luchthavensystemen slechts één enkele luchthavenbeheerder bestaat, wordt elk van deze luchthavens of luchthavensystemen voor de toepassing van deze richtlijn afzonderlijk in aanmerking genomen.

3. Indien de luchthavenbeheerders onder toezicht of zeggenschap van een nationale overheidsinstantie staan, dient deze instantie, in het kader van de wettelijke verplichtingen die op haar rusten, toe te zien op de toepassing van deze richtlijn.

Artikel 4

Scheiding van activiteiten

1. De beheerder van een luchthaven, de gebruiker of de dienstverlener die grondafhandelingsdiensten verleent, dient een overeenkomstig de heersende handelspraktijk strikte boekhoudkundige scheiding aan te brengen tussen de aan de levering van deze diensten verbonden activiteiten en zijn overige activiteiten.

2. Op de naleving van deze boekhoudkundige scheiding moet worden toegezien door een door de Lid-Staat aan te wijzen onafhankelijke controleur.

Deze moet er met name op toezien dat er geen geldstroom vloeit tussen de activiteit van de luchthavenbeheerder als luchthavenautoriteit en zijn grondafhandelingsdiensten.

Artikel 5

Het gebruikerscomité

1. Uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn zien de Lid-Staten erop toe dat voor elk van de bedoelde luchthavens een uit vertegenwoordigers van de gebruikers of uit representatieve gebruikersorganisaties samengesteld comité wordt opgericht.

2. Elke gebruiker heeft het recht in het comité zitting te nemen of desgewenst zich daar te laten vertegenwoordigen door een organisatie die hij met deze taak belast.

Artikel 6

Afhandelingsdiensten ten behoeve van derden

1. De Lid-Staten nemen overeenkomstig de voorschriften van artikel 1 de noodzakelijke maatregelen om de verleners van grondafhandelingsdiensten vrije toegang tot de markt voor de verlening van grondafhandelingsdiensten aan derden te waarborgen.

De Lid-Staten kunnen eisen dat de verleners van grondafhandelingsdiensten in de Gemeenschap zijn gevestigd.

2. De Lid-Staten kunnen het aantal dienstverleners beperken waaraan wordt toegestaan de volgende grondafhandelingsdiensten te verlenen:

- bagageafhandeling,

- platformafhandeling,

- brandstof- en olielevering,

- vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen het luchthavengebouw en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij transitvluchten.

Zij kunnen dit aantal per categorie diensten echter niet tot minder dan twee beperken.

3. Bovendien mag vanaf 1 januari 2001 ten minste één van deze erkende dienstverleners niet rechtstreeks of onrechtstreeks onder de zeggenschap vallen van:

- de luchthavenbeheerder,

- een gebruiker die in de loop van het jaar voorafgaande aan dat waarin die dienstverleners worden geselecteerd, meer dan 25 % van de op de luchthaven geregistreerde passagiers of vracht heeft vervoerd,

- een entiteit die rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent over of onder de zeggenschap valt van deze luchthavenbeheerder of van een dergelijke gebruiker.

Uiterlijk op 1 juli 2000 kan een Lid-Staat echter verzoeken om de in dit lid vervatte verplichting met één extra termijn tot en met 31 december 2002 uit te stellen.

Bijgestaan door het comité van artikel 10 bestudeert de Commissie dit verzoek en besluit zij om het al dan niet in te willigen, rekening houdende met de ontwikkeling van de sector en in het bijzonder met de situatie op qua verkeersomvang en -kenmerken vergelijkbare luchthavens.

4. Wanneer zij het aantal toegestane dienstverleners met toepassing van lid 2 beperken, mogen de Lid-Staten niet verhinderen dat elke gebruiker van een luchthaven, ongeacht het deel van de luchthaven dat aan hem is toegewezen, voor elke categorie grondafhandelingsdiensten waarvoor een beperking geldt, de keuze heeft tussen ten minste twee verleners van grondafhandelingsdiensten, onder de in de leden 2 en 3 bepaalde voorwaarden.

Artikel 7

Zelfafhandeling

1. De Lid-Staten nemen overeenkomstig de voorschriften van artikel 1 de nodige maatregelen om het vrij verrichten van zelfafhandelingsdiensten te waarborgen.

2. Voor de volgende categorieën afhandelingsdiensten:

- bagageafhandeling,

- platformafhandeling,

- brandstof- en olielevering,

- vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen het luchthavengebouw en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij transitvluchten,

kunnen de Lid-Staten evenwel zelfafhandeling voor ten minste twee gebruikers reserveren, mits deze op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria worden geselecteerd.

Artikel 8

Gecentraliseerde infrastructuurvoorzieningen

1. Onverminderd de toepassing van de artikelen 6 en 7 kunnen de Lid-Staten hetzij aan de luchthavenbeheerder, hetzij aan een andere entiteit het beheer voorbehouden van de gecentraliseerde infrastructuurvoorzieningen die bestemd zijn voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten en die wegens hun complexiteit, kosten of gevolgen voor het milieu niet kunnen worden verdeeld of opgesplitst, zoals de systemen voor het sorteren van bagage, ijsbestrijding, waterzuivering of brandstofdistributie. Zij kunnen het gebruik van deze infrastructuurvoorzieningen door de verleners van grondafhandelingsdiensten en door de gebruikers die voor zelfafhandelingen zorgen, verplicht stellen.

2. De Lid-Staten zien erop toe dat deze infrastructuurvoorzieningen op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze worden beheerd en met name dat dit beheer geen belemmering vormt voor de toegang, binnen de voor de toepassing van deze richtlijn gestelde grenzen, van de verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die voor zelfafhandeling zorgen.

Artikel 9

Afwijkingen

1. Wanneer het op een luchthaven door specifieke belemmeringen wat de beschikbare ruimte of capaciteit betreft, met name wegens overconcentratie en de bezettingsgraad van de oppervlakte, onmogelijk is de markt en/of de uitoefening van zelfafhandeling open te stellen tot het door deze richtlijn voorgeschreven niveau, kan de betrokken Lid-Staat besluiten:

a) het aantal dienstverleners voor een of meer andere categorieën grondafhandelingsdiensten dan die welke in artikel 6, lid 2, worden bedoeld, op een luchthaven in zijn totaliteit of een deel ervan te beperken; in dat geval gelden de bepalingen van artikel 6, leden 2 en 3;

b) een of meer van de in artikel 6, lid 2, bedoelde categorieën grondafhandelingsdiensten voor één dienstverlener te reserveren;

c) voor andere categorieën dan bedoeld in artikel 7, lid 2, zelfafhandeling voor een beperkt aantal gebruikers te reserveren, mits deze op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria worden gekozen;

d) zelfhandeling voor de in artikel 7, lid 2, bedoelde categorieën grondafhandelingsdiensten te verbieden of tot één gebruiker te beperken.

2. Ieder uit hoofde van lid 1 genomen afwijkingsbesluit:

a) vermeldt de categorie(ën) diensten waarvoor een afwijking wordt toegestaan en de specifieke belemmeringen wat de beschikbare ruimte of capaciteit betreft die de afwijking rechtvaardigen;

b) gaat vergezeld van een plan van passende maatregelen dat erop gericht is deze belemmeringen weg te nemen.

Voorts mag de afwijking i) niet onnodig afbreuk doen aan de doelstellingen van deze richtlijn;

ii) niet leiden tot concurrentieverstoringen tussen dienstverleners en/of gebruikers die zelfafhandeling verrichten;

iii) geen grotere omvang hebben dan noodzakelijk.

3. De Lid-Staten stellen de Commissie ten minste drie maanden voordat een afwijking die zij op grond van lid 1 toekennen, van kracht wordt, van die afwijking en van de redenen die die afwijking rechtvaardigen, in kennis.

De Commissie publiceert in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen een samenvatting van de besluiten die haar ter kennis zijn gebracht en nodigt de belanghebbende partijen uit zich kenbaar te maken.

4. De Commissie onderwerpt het door de Lid-Staat voorgelegde afwijkingsbesluit aan een grondig onderzoek. Daartoe maken een uitvoerige analyse van de situatie en de bestudering van de door de Lid-Staat gepresenteerde passende maatregelen het haar mogelijk na te gaan of de belemmeringen waarop de Lid-Staat zich beroept, bestaan en of het onmogelijk is de markt en/of de uitoefening van zelfafhandeling open te stellen tot het door deze richtlijn voorgeschreven niveau.

5. Na dit onderzoek en na raadpleging van de betrokken Lid-Staat kan de Commissie het besluit van de Lid-Staat goedkeuren, of zich daartegen verzetten indien zij van oordeel is dat de belemmeringen waarop de Lid-Staat zich beroept niet zijn vastgesteld of niet van die aard zijn dat zij een afwijking rechtvaardigen. Na overleg met de betrokken Lid-Staat kan de Commissie ook van de Lid-Staat verlangen de omvang van de afwijking aan te passen of de afwijking te beperken tot uitsluitend die delen van een luchthaven of luchthavensysteem waar de belemmeringen waarop de Lid-Staat zich beroept, zijn vastgesteld.

Het besluit van de Commissie valt binnen drie maanden na de kennisgeving door de Lid-Staat en wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

6. De door de Lid-Staten op grond van lid 1 toegekende afwijkingen mogen niet langer dan drie jaar gelden, behalve de afwijkingen die krachtens lid 1, onder b), zijn verleend. Uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van dat tijdvak moet de Lid-staat over elk verzoek om afwijking een nieuw besluit nemen waarvoor eveneens de in dit artikel vermelde procedure geldt.

De op grond van lid 1, onder b), toegekende afwijkingen mogen niet langer dan twee jaar gelden. Op basis van het bepaalde in lid 1 kan een Lid-Staat evenwel verzoeken om deze periode met nog eenmaal twee jaar te verlengen. Bijgestaan door het comité van artikel 10 neemt de Commissie een besluit over dit verzoek.

Artikel 10

Raadgevend comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een raadgevend comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Het comité adviseert de Commissie over de toepassing van artikel 9.

3. Bovendien kan het comité door de Commissie worden geraadpleegd over elk ander probleem met betrekking tot de toepassing van deze richtlijn.

4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 11

Selectie van dienstverleners

1. De Lid-Staten nemen de noodzakelijke maatregelen voor het organiseren van een selectieprocedure voor dienstverleners waaraan toestemming wordt verleend om op een luchthaven grondafhandelingsdiensten te verrichten, wanneer hun aantal in de in artikel 6, lid 2, of in artikel 9 bedoelde gevallen wordt beperkt. Bij deze procedure dienen de volgende beginselen te worden nageleefd:

a) ingeval de Lid-Staten bepalen dat een taakomschrijving of technische specificaties moeten worden opgesteld waaraan deze dienstverleners moeten voldoen, worden deze taakomschrijving of deze specificaties na voorafgaande raadpleging van het gebruikerscomité opgesteld. De in deze taakomschrijving of in deze technische specificaties vastgestelde selectiecriteria dienen relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend te zijn.

Nadat hij de Commissie op de hoogte heeft gebracht, kan de betrokken Lid-Staat onder de standaardvoorwaarden of technische specificaties waaraan de dienstverleners moeten voldoen, de openbare-dienstverplichting opleggen voor de luchthavens die perifere gebieden of ontwikkelingsregio's bedienen die tot zijn grondgebied behoren en geen commercieel belang hebben, maar voor de betrokken Lid-Staat van kapitaal belang zijn;

b) er moet worden aanbesteed, welke aanbesteding in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt bekendgemaakt en waarop iedere geïnteresseerde dienstverlener mag inschrijven;

c) de dienstverleners worden gekozen:

i) na overleg met het gebruikerscomité door de luchthavenbeheerder, indien deze - geen soortgelijke grondafhandelingsdiensten verleent,

- rechtstreeks noch onrechtstreeks zeggenschap heeft over een onderneming die dergelijke diensten verleent, en - geen enkel belang in een dergelijke onderneming heeft,

ii) in de andere gevallen, door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten, die onafhankelijk zijn van de luchthavenbeheerder, na overleg met het gebruikerscomité, en met de luchthavenbeheerders,

d) de dienstverleners worden geselecteerd voor maximaal zeven jaar;

e) wanneer de dienstverlener zijn activiteit staakt vóór het verstrijken van het tijdvak waarvoor hij is geselecteerd, wordt volgens dezelfde procedure tot vervanging overgegaan.

2. Wanneer het aantal dienstverleners op grond van artikel 6, lid 2, of van artikel 9 wordt beperkt, kan de luchthavenbeheerder zelf grondafhandelingsdiensten verlenen, zonder dat hij aan de in lid 1 vastgestelde selectieprocedure wordt onderworpen. De beheerder mag een dienstverlenende onderneming, zonder deze aan die procedure te onderwerpen, toestemming geven om op de desbetreffende luchthaven grondafhandelingsdiensten te verlenen:

- indien hij rechtstreeks of indirect zeggenschap over deze onderneming heeft,

- indien deze onderneming rechtstreeks of indirect zeggenschap over de beheerder heeft.

3. De beheerder stelt het gebruikerscomité in kennis van de overeenkomstig dit artikel genomen besluiten.

Artikel 12

Luchthavens op eilanden

In de context van de selectie van dienstverleners op een luchthaven overeenkomstig artikel 11, kan een Lid-Staat de verplichting tot openbare dienstverlening utibreiden tot andere luchthavens op zijn grondgebied, op voorwaarde dat - deze luchthavens gelegen zijn op eilanden in dezelfde geografische regio,

- dergelijke luchthavens elk een verkeersvolume hebben van minstens 100 000 passagiersbewegingen per jaar, en - een dergelijke uitbreiding wordt goedgekeurd door de Commissie, die wordt bijgestaan door het comité van artikel 10.

Artikel 13

Overleg

De Lid-Staten vergewissen zich ervan dat een procedure van verplicht overleg over de toepassing van deze richtlijn tussen de luchthavenbeheerder, het gebruikerscomité en de dienstverlenende ondernemingen wordt ingesteld. Dit overleg heeft met name betrekking op de prijzen van de diensten waarvoor ter toepassing van artikel 9, lid 1, onder b), een afwijking is toegekend, en op de organisatie van de levering hiervan. Dit overleg dient ten minste eenmaal per jaar plaats te vinden.

Artikel 14

Goedkeuring

1. De Lid-Staten dienen de activiteit van een verlener van grondafhandelingsdiensten of een zelfafhandelende gebruiker op een luchthaven afhankelijk te stellen van de goedkeuring door een overheidsinstantie die geen bindingen heeft met de luchthavenbeheerder.

De criteria voor het verlenen van deze goedkeuring dienen betrekking te hebben op een gezonde financiële situatie en op voldoende verzekeringsdekking, op de veiligheid of de beveiliging van de installaties, luchtvaartuigen, uitrusting of personen, alsmede op de bescherming van het milieu, en op de naleving van de relevante sociale wetgeving.

Ten aanzien van deze criteria dienen de volgende beginselen in acht te worden genomen:

a) zij dienen op niet-discriminerende wijze op de verschillende dienstverleners en gebruikers te worden toegepast;

b) zij dienen verband te houden met het nagestreefde doel;

c) zij mogen niet leiden tot feitelijke vermindering van de toegang tot de markt of zelfafhandeling tot een lager niveau dan in deze richtlijn bepaald.

Deze criteria moeten openbaar worden gemaakt en de dienstverlener of zelfafhandelende gebruiker dient van tevoren van de procedure voor het verlenen van goedkeuring in kennis te worden gesteld.

2. De goedkeuring mag slechts worden onthouden of ingetrokken, indien de verlener van grondafhandelingsdiensten of de zelfafhandelende gebruiker om redenen die hem zijn aan te rekenen, niet voldoet aan de criteria van lid 1.

De redenen voor weigering of intrekking dienen aan de betrokken dienstverlener of de betrokken gebruiker en aan de beheerder ter kennis te worden gebracht.

Artikel 15

Gedragsregels

De Lid-Staten kunnen, in voorkomend geval op voorstel van de luchthavenbeheerder,

- verbieden dat een dienstverlener zijn activiteiten uitoefent of dat een gebruiker voor zelfhandeling zorgt, indien de betrokken dienstverlener of gebruiker de regels die zij hem hebben opgelegd om het goed fucntioneren van de luchthaven te waarborgen, niet naleeft.

Ten aanzien van deze regels dienen de volgende beginselen in acht te worden genomen:

a) zij dienen op niet-discriminerende wijze op de verschillende dienstverleners en gebruikers te worden toegepast;

b) zij dienen verband te houden met het nagestreefde doel;

c) zij mogen niet leiden tot feitelijke vermindering van de toegang tot de markt of zelfafhandeling tot een lager niveau dan in deze richtlijn bepaald;

- met name de dienstverleners die afhandelingsdiensten op de luchthaven verrichten, verplichten om op billijke en niet-discriminerende wijze deel te nemen aan de vervulling van de verplichtingen tot het verlenen van openbare diensten waarin de nationale wet- of regelgeving voorziet, met name wat de waarborging van de continuïteit van de diensten betreft.

Artikel 16

Toegang tot voorzieningen

1. De Lid-Staten nemen de noodzakelijke maatregelen om de dienstverleners en de gebruikers die voor zelfafhandeling wensen te zorgen, de toegang tot de luchthavenvoorzieningen te garanderen, voor zover deze toegang voor hen noodzakelijk is om hun activiteiten uit te oefenen. Indien de luchthavenbeheerder of, in voorkomend geval, de overheidsinstantie of een andere autoriteit waaronder hij ressorteert, ten aanzien van deze toegang voorwaarden stelt, dienen deze relevant, objectief, transparent en niet-discriminerend te zijn.

2. De voor grondafhandeling beschikbare ruimten op de luchthaven moeten worden verdeeld over de verschillende dienstverleners en de verschillende gebruikers die voor zelfhafhandeling zorgen, met inbegrip van de nieuwkomers, voor zover dit nodig is voor het uitoefenen van hun rechten en teneinde een daadwerkelijke en eerlijke concurrentie te bewerkstelligen op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende regels en criteria.

3. Wanneer voor de toegang tot de luchthavenvoorzieningen een vergoeding moet worden betaald, wordt deze vastgesteld op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.

Artikel 17

Veiligheid en beveiliging

De bepalingen van deze richtlijn laten de rechten en verplichtingen van de Lid-Staten op het gebied van openbare orde, veiligheid en beveiliging van de luchthavens onverlet.

Artikel 18

Sociale bescherming en milieubescherming

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn en met inachtneming van de overige bepalingen van het Gemeenschapsrecht, kunnen de Lid-Staten de maatregelen nemen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de rechten van de werknemers en de bescherming van het milieu.

Artikel 19

Naleving van nationale bepalingen

De dienstverlener die op een luchthaven van een Lid-Staat een grondafhandelingsactiviteit uitoefent, moet de voorschriften van de nationale wetgeving naleven die met de communautaire wetgeving verenigbaar zijn.

Artikel 20

Wederkerigheid

1. Onverminderd de internationale verbintenissen van de Gemeenschap, kan een Lid-Staat, wanneer blijkt dat een derde land ter zake van de toegang tot de markt voor grondafhandelingsdiensten en zelfafhandeling:

a) de dienstverleners en de zelfafhandelende gebruikers uit de Gemeenschap niet rechtens of in feite een vergelijkbare behandeling toekent als die welke door de Lid-Staten aan dienstverleners en zelfafhandelende gebruikers uit dat derde land wordt geboden of b) niet rechtens of in feite aan de dienstverleners en zelfafhandelende gebruikers uit een Lid-Staat de nationale behandeling toekent of c) rechtens of in feite aan de dienstverleners of zelfafhandelende gebruikers uit andere derde landen een gunstiger behandeling verleent dan die welke het aan dienstverleners en zelfafhandelende gebruikers van een Lid-staat biedt,

de verplichtingen, voortvloeiend uit deze richtlijn, ten aanzien van de uit dat derde land afkomstige dienstverleners en gebruikers geheel of gedeeltelijk schorsen overeenkomstig het communautaire recht.

2. De betrokken Lid-Staat brengt elke schorsing of intrekking van rechten of verplichtingen ter kennis van de Commissie.

Artikel 21

Recht van beroep

De Lid-Staten of, in voorkomend geval, de beheerderrs zien erop toe dat elke partij die een rechtmatig belang heeft, het recht heeft in beroep te gaan tegen de individuele maatregelen of besluiten die zij nemen op grond van artikel 7, lid 2, en de artikelen 11 tot en met 16.

Dit recht van beroep moet kunnen worden uitgeoefend bij een nationale rechterlijke instantie of een oveheidsinstantie die niet de bedoelde luchthavenbeheerder is en in voorkomend geval onafhankelijk is van de overheidsinstantie onder welker zeggenschap deze valt.

Artikel 22

Informatierapport en herziening

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de informatie die zij nodig heeft om over de toepassing van deze richtlijn een rapport te kunnen opstellen.

Dit rapport, vergezeld van eventuele voorstellen tot herziening van de richtlijn, wordt uiterlijk op 31 december 2001 opgesteld.

Artikel 23

Tenuitvoerlegging

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk een jaar na de bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 24

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 25

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 15 oktober 1996.

Voor de Raad De Voorzitter B. HOWLIN

(1) (2) PB nr. C 301 van 13. 11. 1995, blz. 28.

(3) (4) PB nr. L 240 van 24. 8. 1992, blz. 1.

(5) (6) PB nr. L 240 van 24. 8. 1992, blz. 15.

(7) PB nr. C 309 van 5. 11. 1994, blz. 2.

(8) PB nr. C 56 van 6. 3. 1995, blz. 28.

(1) (2) PB nr. C 301 van 13. 11. 1995, blz. 28.

(3) (4) PB nr. L 240 van 24. 8. 1992, blz. 1.

(5) (6) PB nr. L 240 van 24. 8. 1992, blz. 15.

(7) PB nr. C 309 van 5. 11. 1994, blz. 2.

(8) PB nr. C 56 van 6. 3. 1995, blz. 28.

BIJLAGE

LIJST VAN GRONDAFHANDELINGSDIENSTEN

1. Administratieve grondafhandeling en supervisie omvat:

1.1. vertegenwoordiging bij en contacten met de plaatselijke autoriteiten of enige andere persoon, het verrichten van betalingen voor rekening van de gebruiker en verstrekking van ruimten voor diens vertegenwoordigers,

1.2. toezicht op de belading, berichten en telecommunicatie,

1.3. verwerking, opslag, behandeling en administratie van de vracht,

1.4. elke andere supervisiedienst voor, gedurende of na de vlucht en elke andere door de gebruiker gevraagde administratieve dienst.

2. Passagiersafhandeling omvat elke vorm van assistentie van passagiers bij vertrek, bij aankomst, op doorreis, bij het overstappen binnen of buiten de luchthaven, met name bij de controle van de tickets en de reisdocumenten, de registratie van bagage en het vervoer hiervan tot aan de sorteersystemen.

3. De bagageafhandeling omvat de behandeling van bagage in de sorteerruimte, het sorteren hiervan, het voorbereiden voor vertrek, het laden op en uitladen uit de systemen die bestemd zijn om deze van het vliegtuig naar de sorteerruimte te brengen en omgekeerd en het vervoer van bagage van de sorteerruimte tot in de distributieruimte.

4. Vracht- en postafhandeling omvat:

4.1. voor vracht, zowel bij uitvoer als bij invoer of bij transit, de fysieke behandeling van de vracht, de behandeling van de bijbehorende documenten, de douaneformaliteiten en elke tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste conservatoire maatregel,

4.2. voor post, zowel bij aankomst als bij vertrek, de fysieke behandeling van de post, de behandeling van de bijbehorende documenten en alle tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste conservatoire maatregelen.

5. Platformafhandeling omvat:

5.1. het geleiden op de grond van het vliegtuig bij aankomst en bij vertrek (*),

5.2. assistentie bij het parkeren van het vliegtuig en het verstrekken van de benodigde middelen (*),

5.3. de verbindingen tussen het vliegtuig en de dienstverlener op het platform (*),

5.4. het beladen en lossen van het vliegtuig, met inbegrip van het verstrekken en inzetten van de benodigde middelen, alsmede het vervoer van bemanning en passagiers tussen het vliegtuig en het luchthavengebouw, alsmede het vervoer van bagage tussen het vliegtuig en het luchthavengebouw,

5.5. assistentie bij het taxiën van het vliegtuig en verstrekking van de hiervoor benodigde middelen,

5.6. verplaatsing van het vliegtuig zowel bij aankomst als bij vertrek, de levering en de toepassing van de benodigde middelen,

5.7. het vervoer, het inladen in en het uitladen uit het vliegtuig van voedsel en dranken.

6. Vliegtuigservicing omvat:

6.1. het schoonmaken van de buitenkant en de binnenkant van het vliegtuig, toilet- en waterservice,

6.2. de klimaatregeling en de verwarming van de cabine, de verwijdering van sneeuw en ijs op het vliegtuig, het ijsvrij maken van het vliegtuig,

6.3. de inrichting van de cabine met behulp van cabine-uitrusting en de opslag van die uitrusting.

7. Brandstof- en olielevering omvat:

7.1. het organiseren en uitvoeren van het vol- en bijtanken van brandstof, met inbegrip van de opslag hiervan, het toezicht op de kwaliteit en kwantiteit van de leveringen,

7.2. het voltanken met olie en andere vloeistoffen.

8. Lijnonderhoud omvat:

8.1. regelmatige handelingen vóór de vlucht,

8.2. specifieke door de gebruiker verlangde handelingen,

8.3. de levering en het beheer van het benodigde onderhoudsmaterieel en de reserveonderdelen,

8.4. het aanvragen of reserveren van een plaats waar het vliegtuig kan worden geparkeerd en/of een hangar om het onderhoud te verrichten.

9. Vluchtafhandeling en administratie van cabinepersoneel omvat:

9.1. de voorbereiding van de vlucht op de luchthaven waarvan het vliegtuig vertrekt of op enige andere plaats,

9.2. vluchtafhandeling, indien nodig met inbegrip van verandering van de vluchtroute,

9.3. afhandeling na de vlucht,

9.4. administratie van de bemanning.

10. Grondtransportafhandeling omvat:

10.1. het organiseren en uitvoeren van het vervoer van passagiers, bemanning, bagage, vracht en post tussen verschillende stationsgebouwen op dezelfde luchthaven, maar met uitzondering van enig transport tussen het vliegtuig en enig ander punt binnen dezelfde luchthaven,

10.2. elk speciaal vervoer waarom door de gebruiker wordt verzocht.

11. Catering omvat:

11.1. de contacten met de leveranciers en de administratieve verwerking,

11.2. het opslaan van voedsel, dranken en de voor het bereiden hiervan benodigde hulpmiddelen,

11.3. het schoonmaken van het toebehoren,

11.4. het voorbereiden en leveren van het materieel en de voedingsmiddelen.

Top