EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R2742

Verordening (EEG) nr. 2742/90 van de Commissie van 26 september 1990 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad

OJ L 264, 27.9.1990, p. 20–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 033 P. 223 - 224
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 033 P. 223 - 224
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 010 P. 189 - 191
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 008 P. 104 - 106
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 008 P. 104 - 106

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 05/11/2006; opgeheven door 32006R1547

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/2742/oj

31990R2742

Verordening (EEG) nr. 2742/90 van de Commissie van 26 september 1990 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad

Publicatieblad Nr. L 264 van 27/09/1990 blz. 0020 - 0021
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0223
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0223


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2742/90 VAN DE COMMISSIE

van 26 september 1990

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad van 24 juli 1990 tot vaststelling van aanvullende algemene voorschriften van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ten aanzien van kaas (1), en met name op artikel 1, tweede alinea, artikel 3, lid 3, tweede alinea, en artikel 5,

Overwegende dat in artikel 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 is bepaald dat caseïne en caseïnaten niet zonder voorafgaande toestemming bij de bereiding van kaas mogen worden gebruikt; dat nadere voorschriften voor het verlenen van die toestemming moeten worden vastgesteld met inachtneming van de noodzaak tot controle op de bedrijven; dat met name moet worden voorgeschreven dat de machtigingen slechts voor bepaalde tijd worden verleend om de Lid-Staten in staat te stellen eventuele overtreding van de betrokken Gemeenschapsvoorschriften te bestraffen;

Overwegende dat in artikel 1, tweede alinea, van genoemde verordening is bepaald dat voor de hoeveelheden caseïne en caseïnaten die in kaas mogen worden verwerkt, maximumpercentages worden vastgesteld aan de hand van objectieve criteria bij de bepaling waarvan rekening wordt gehouden met hetgeen technologisch noodzakelijk is; dat de bedoelde percentages, met name aan de hand van de door de Lid-Staten verstrekte gegevens, moeten worden vastgesteld; dat het, om de controle op de naleving van die bepaling te vergemakkelijken, dienstig is om deze percentages globaal en niet per produkt toe te passen;

Overwegende dat de Lid-Staten op grond van artikel 3, lid 1, van genoemde verordening verplicht zijn om een administratieve en een fysieke controle in te stellen; dat nadere voorschriften inzake deze controles, en met name de frequentie ervan, moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat in artikel 3, lid 3, van genoemde verordening is bepaald dat voor de zonder toestemming gebruikte hoeveelheden caseïne en caseïnaten een bedrag moet worden betaald dat gelijk is aan het verschil tussen de op basis van de interventieprijs voor magere-melkpoeder bepaalde waarde van de ondermelk enerzijds en de met 10 % vermeerderde marktprijs voor caseïne en caseïnaten anderzijds; dat bij de bepaling van dit bedrag rekening moet worden gehouden met de gedurende een referentieperiode geconstateerde marktprijzen;

Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2204/90 bedoelde machtigingen worden op aanvraag van de belanghebbenden voor twaalf maanden afgegeven op voorwaarde dat zij zich vooraf schriftelijk ertoe verbinden de in artikel 3, lid 1, punten a) en b), bedoelde verplichtingen in acht te nemen, respectievelijk zich aan de in punt c) van genoemde verordening bedoelde controles te onderwerpen.

2. De machtigingen worden verleend met een volgnummer per bedrijf, dat voor dat bedrijf of, in voorkomend geval, voor elk van de produktie-eenheden daarvan geldt.

3. De machtiging kan, naar gelang van de aanvraag van de belanghebbende, voor één of meer kaassoorten gelden.

Artikel 2

1. De in artikel 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 bedoelde maximale verwerkingspercentages zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening. Zij worden toegepast op het gewicht van de in de bijlage vermelde kaassoorten die het betrokken bedrijf of de betrokken produktie-eenheid in een periode van zes maanden heeft geproduceerd.

2. De in de bijlage opgenomen lijst van produkten en de betrokken maximumpercentages worden gewijzigd op grond van met redenen omklede aanvragen, waarin wordt aangetoond dat de toevoeging van caseïne of caseïnaten technisch noodzakelijk is.

Artikel 3

1. De in artikel 3, lid 1, punt b), van Verordening (EEG) nr. 2204/90 bedoelde voorraadadministratie omvat, met name, gegevens over de oorsprong, de samenstelling en de hoeveelheid van de bij de bereiding van de kaas gebruikte grondstoffen. De Lid-Staten kunnen voorschrijven dat monsters worden genomen om deze gegevens te verifiëren. De Lid-Staten zien erop toe dat deze bij de bedrijven verzamelde gegevens als vertrouwelijk worden behandeld.

2. De in artikel 3, lid 1, punt c), van Verordening (EEG) nr. 2204/90 bedoelde controles moeten aan de volgende bepalingen voldoen:

a) elk kwartaal wordt ten minste 30 % van de bedrijven waaraan een machtiging is verleend, gecontroleerd;

b) elk bedrijf waaraan een machtiging is verleend, wordt ten minste éénmaal per jaar gecontroleerd en de bedrijven met een produktie van meer dan 300 ton kaas per jaar worden ten minste tweemaal per jaar gecontroleerd.

3. De Lid-Staten stellen de Commissie, binnen een maand na de vaststelling van de inbreuk, in kennis van de gevallen waarin caseïne en/of caseïnaten zijn gebruikt zonder dat de toegestane percentages zijn nageleefd of zonder dat een machtiging was verleend.

Artikel 4

1. Het op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 verschuldigde bedrag is, rekening houdend met de in het tweede kwartaal van 1990 op de markt geconstateerde prijs van caseïne en caseïnaten, 255 ecu per 100 kilogram caseïne en/of caseïnaten.

2. De in dit verband geïnde bedragen worden aan de betaalorganen of -diensten overgemaakt en door deze op de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven in mindering gebracht.

Artikel 5

Naast de mededelingen op grond van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 verstrekken de Lid-Staten vóór het einde van elk kwartaal aan de Commissie over het voorafgaande kwartaal de volgende inlichtingen:

1. het aantal verleende en/of ingetrokken machtigingen;

2. de uit hoofde van die machtigingen aangegeven hoeveelheden caseïne en caseïnaten, gespecificeerd per kaassoort.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 15 oktober 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 september 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 201 van 31. 7. 1990, blz. 7.

BIJLAGE

In artikel 2, lid 1, bedoelde maximale verwerkingspercentages:

- smeltkaas van GN-code 0406 30: 5 %

Top