EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983L0181

Richtlijn 83/181/EEG van de Raad van 28 maart 1983 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, sub d), van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen

OJ L 105, 23.4.1983, p. 38–58 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
Spanish special edition: Chapter 09 Volume 001 P. 135 - 155
Portuguese special edition: Chapter 09 Volume 001 P. 135 - 155
Special edition in Finnish: Chapter 09 Volume 001 P. 96 - 111
Special edition in Swedish: Chapter 09 Volume 001 P. 96 - 111
Special edition in Czech: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Estonian: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Latvian: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Lithuanian: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Hungarian Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Maltese: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Polish: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Slovak: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Slovene: Chapter 09 Volume 001 P. 91 - 111
Special edition in Bulgarian: Chapter 09 Volume 001 P. 45 - 65
Special edition in Romanian: Chapter 09 Volume 001 P. 45 - 65

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/11/2009; opgeheven door 32009L0132

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1983/181/oj

31983L0181

Richtlijn 83/181/EEG van de Raad van 28 maart 1983 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 14, lid 1, sub d), van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen

Publicatieblad Nr. L 105 van 23/04/1983 blz. 0038 - 0058
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0135
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0135


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 28 maart 1983

houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 14 , lid 1 , sub d ) , van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen

( 83/181/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 99 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat de Lid-Staten , krachtens artikel 14 , lid 1 , sub d ) , van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag ( 4 ) , onverminderd andere communautaire bepalingen , onder de voorwaarden die zij onder meer vaststellen om alle fraude , ontwijking en misbruik te voorkomen , vrijstelling verlenen voor de definitieve invoer van goederen waarvoor een andere douanevrijstelling geldt dan die bedoeld in het gemeenschappelijk douanetarief , of die hiervoor in aanmerking zouden komen indien zij uit een derde land zouden zijn ingevoerd ;

Overwegende dat de Commissie , overeenkomstig artikel 14 , lid 2 , van genoemde richtlijn , gehouden is voorstellen bij de Raad in te dienen om communautaire belastingsregels vast te stellen waarbij de werkingssfeer en de wijze van toepassing van de in lid 1 van genoemd artikel bedoelde vrijstellingen worden omlijnd ;

Overwegende dat het wenselijk is de douaneregeling en de regeling die van toepassing is op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde zo nauw mogelijk bij elkaar te laten aansluiten , doch dat voor de toepassing van laatstgenoemde regeling desalniettemin rekening dient te worden gehouden met de verschillen in doel en structuur tussen de douanerechten en de belasting over de toegevoegde waarde ;

Overwegende dat de regeling voor de belasting over de toegevoegde waarde , al naar gelang het invoer vanuit derde landen dan wel invoer vanuit andere Lid-Staten betreft , verschillend dient te zijn , voor zover zulks in verband met de doelstellingen van fiscale harmonisatie noodzakelijk is ; dat voor de invoer slechts vrijstelling kan worden verleend voor zover de op de binnenlandse markt heersende mededingingsverhoudingen daardoor niet worden verstoord ;

Overwegende dat bepaalde thans in de Lid-Staten van toepassing zijnde vrijstellingen voortvloeien uit met derde landen of met andere Lid-Staten gesloten overeenkomsten , die vanwege hun inhoud slechts de betrokken Lid-Staat aangaan ; dat het niet zinvol is op communautair vlak de voorwaarden voor de toekenning van dergelijke vrijstellingen vast te stellen ; dat het voldoende is de betrokken Lid-Staten het recht toe te kennen die vrijstellingen te handhaven ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De werkingssfeer van de in artikel 14 , lid 1 , sub d ) , van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde vrijstellingen van de belasting over de toegevoegde waarde en de in artikel 14 , lid 2 , van die richtlijn bedoelde toepassingsbepalingen worden overeenkomstig deze richtlijn bepaald . Overeenkomstig genoemd artikel passen de Lid-Staten de in deze richtlijn bedoelde vrijstellingen toe onder de voorwaarden die zij vaststellen om een juiste en eenvoudige toepassing van de betreffende vrijstellingen te verzekeren en alle fraude , ontwijking en misbruik te voorkomen .

2 . Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) " invoer " , invoer als omschreven in artikel 7 van Richtlijn 77/388/EEG , alsmede de aangifte tot verbruik nadat gebruik werd gemaakt van een der regelingen als genoemd in artikel 16 , lid 1 , sub A , van genoemde richtlijn of van een regeling van tijdelijke invoer of doorvoer ;

b ) " persoonlijke goederen " , goederen die voor het persoonlijk gebruik van de belanghebbenden of voor de behoeften van hun huishouden dienen .

Persoonlijke goederen zijn met name :

- roerende goederen en voorwerpen ;

- fietsen en motorfietsen , automobielen voor particulier gebruik en aanhangwagens daarvan , kampeerwagens , pleziervaartuigen en sportvliegtuigen .

Huishoudelijke voorraden die overeenkomen met een normale gezinsbevoorrading , kleine huisdieren en rijdieren zijn eveneens " persoonlijke goederen " .

Persoonlijke goederen mogen door hun aard of hoeveelheid geen commerciële bedoeling laten blijken en mogen evenmin bestemd zijn voor een economische activiteit in de zin van artikel 4 van Richtlijn 77/388/EEG . Draagbare instrumenten voor kunsten en ambachten die de belanghebbende nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep , zijn evenwel ook persoonlijke goederen ;

c ) " roerende goederen en voorwerpen " , persoonlijke voorwerpen , linnengoed , goederen bestemd voor meubilering of uitrusting voor persoonlijk gebruik van de belanghebbenden of voor de behoeften van hun huishouden ;

d ) " alcoholische produkten " , produkten ( bier , wijn , aperitieven op basis van wijn of alcohol , gedistilleerde dranken , likeuren en andere alcoholhoudende dranken , enz . ) die onder de posten 22.03 tot en met 22.09 van het gemeenschappelijk douanetarief vallen ;

e ) " Gemeenschap " , de gebieden van de Lid-Staten waar Richtlijn 77/388/EEG van toepassing is .

TITEL I

INVOER VAN PERSOONLIJKE GOEDEREN VAN PARTICULIEREN UIT LANDEN BUITEN DE GEMEENSCHAP

Hoofdstuk I

Persoonlijke goederen van natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats van een derde land naar de Gemeenschap overbrengen

Artikel 2

Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 10 wordt vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde bij invoer verleend voor persoonlijke goederen , ingevoerd door natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats van buiten de Gemeenschap naar een Lid-Staat van de Gemeenschap overbrengen .

Artikel 3

De vrijstelling is beperkt tot persoonlijke goederen die :

a ) behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen , ten minste zes maanden voor de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft opgegeven , in zijn bezit zijn geweest en , wanneer het niet-verbruikbare goederen betreft , door hem in zijn vroegere normale verblijfplaats zijn gebruikt ;

b ) bestemd zijn om voor hetzelfde doel te worden gebruikt in zijn nieuwe normale verblijfplaats .

De Lid-Staten mogen bovendien de vrijstelling afhankelijk stellen van de voorwaarde dat op de betrokken goederen , hetzij in het land van oorsprong , hetzij in het land van herkomst , de douanerechten en/of belastingen zijn geheven welke daar normaal op slaan .

Artikel 4

Voor de vrijstelling komen alleen personen in aanmerking die hun normale verblijfplaats seder ten minste twaalf opeenvolgende maanden buiten de Gemeenschap hebben gehad .

De bevoegde autoriteiten kunnen van het bepaalde in de eerste alinea evenwel afwijkingen toestaan , mits het in het voornemen van de belanghebbende lag gedurende ten minste twaalf maanden buiten de Gemeenschap te verblijven .

Artikel 5

Van de vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) alcoholische produkten ;

b ) tabak en tabaksprodukten ;

c ) bedrijfsvoertuigen ;

d ) materieel voor beroepsdoeleinden , ander dan draagbare instrumenten voor kunsten en ambachten .

Voertuigen voor gemengd gebruik die voor handels - of beroepsdoeleinden worden gebruikt , kunnen eveneens van de vrijstelling worden uitgesloten .

Artikel 6

Behoudens bijzondere omstandigheden , wordt de vrijstelling slechts verleend voor persoonlijke goederen die voor het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats in de Lid-Staat van invoer heeft gevestigd , voor de definitieve invoer zijn aangegeven .

De invoer van de persoonlijke goederen mag binnen de in de vorige alinea bedoelde termijn in gedeelten plaatsvinden .

Artikel 7

1 . Tot het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum van de aangifte voor de definitieve invoer , mogen de met vrijstelling ingevoerde goederen niet worden uitgeleend , verpand , verhuurd , noch onder bezwarende titel , noch om niet worden overgedragen zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .

2 . Het uitlenen , verpanden , verhuren of overdragen voor het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn , leidt tot toepassing van de voor de betrokken goederen geldende belasting over de toegevoegde waarde , tegen het op de datum van het uitlenen , verpanden , verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Artikel 8

1 . In afwijking van het bepaalde in artikel 6 , eerste alinea , kan de vrijstelling worden verleend voor persoonlijke goederen die definitief zijn ingevoerd voordat de belanghebbende zijn normale verblijfplaats in de Lid-Staat van invoer vestigt , mits laatstgenoemde er zich toe verbindt zijn normale verblijfplaats daar binnen een termijn van zes maanden daadwerkelijk te vestigen . Deze verbintenis gaat gepaard met een zekerheidstelling waarvan de bevoegde autoriteiten de vorm en het bedrag vaststellen .

2 . Indien gebruik wordt gemaakt van het bepaalde in lid 1 , wordt de in artikel 3 bedoelde termijn berekend vanaf de datum van invoer in de betrokken Lid-Staat .

Artikel 9

1 . Indien de belanghebbende het land buiten de Gemeenschap waar hij zijn normale verblijfplaats had , ingevolge beroepsverplichtingen , verlaat zonder deze normale verblijfplaats tegelijkertijd op het grondgebied van een Lid-Staat te vestigen , maar met de bedoeling deze daar later te vestigen , kunnen de bevoegde autoriteiten vergunning verlenen tot invoer met vrijstelling van de persoonlijke goederen die hij daartoe naar genoemd grondgebied overbrengt .

2 . De invoer met vrijstelling van de in lid 1 bedoelde persoonlijke goederen is aan de in de artikelen 2 tot en met 7 genoemde voorwaarden onderworpen , met dien verstande dat :

a ) de in artikel 3 , sub a ) , en in artikel 6 , eerste alinea , genoemde termijnen worden berekend vanaf de datum van invoer ;

b ) de in artikel 7 , lid 1 , bedoelde termijn wordt berekend vanaf de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats daadwerkelijk op het grondgebied van een Lid-Staat vestigt .

3 . Invoer met vrijstelling is bovendien onderworpen aan een verbintenis van de belanghebbende om zijn normale verblijfplaats op het grondgebied van een Lid-Staat te vestigen binnen een periode die naar gelang de omstandigheden wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteiten . Deze kunnen eisen dat aan deze verbintenis een zekerheidstelling wordt verbonden , waarvan zij de vorm en het bedrag vaststellen .

Artikel 10

De bevoegde autoriteiten kunnen afwijken van artikel 3 , sub a ) en b ) , van artikel 5 , sub c ) en d ) , en van artikel 7 , indien een persoon zijn normale verblijfplaats van een land buiten de Gemeenschap naar het grondgebied van een Lid-Staat overbrengt ten gevolge van uitzonderlijke politieke omstandigheden .

Hoofdstuk II

Goederen die worden ingevoerd ter gelegenheid van een huwelijk

Artikel 11

1 . Behoudens het bepaalde in de artikelen 12 tot en met 15 wordt vrijstelling verleend voor huwelijksuitzetten en inboedel , zelfs indien nieuw , die toebehoren aan een persoon die zijn normale verblijfplaats van een land buiten de Gemeenschap naar het grondgebied van een Lid-Staat overbrengt ter gelegenheid van zijn huwelijk .

2 . Vrijstelling wordt eveneens verleend voor de gewoonlijk ter gelegenheid van een huwelijk aangeboden geschenken die door personen die hun normale verblijfplaats buiten de Gemeenschap hebben , worden gezonden aan een persoon die voldoet aan de in lid 1 genoemde voorwaarden . De vrijstelling is van toepassing op geschenken waarvan de waarde per eenheid niet meer bedraagt dan 200 Ecu . De Lid-Staten kunnen evenwel een vrijstelling van meer dan 200 Ecu verlenen mits de waarde van elk geschenk dat met vrijstelling mag worden ingevoerd , niet meer bedraagt dan 1 000 Ecu .

3 . De Lid-Staten mogen de vrijstelling voor de in lid 1 bedoelde goederen afhankelijk stellen van de voorwaarde dat op de betrokken goederen hetzij in het land van oorsprong , hetzij in het land van herkomst , de douanerechten en/of belastingen zijn geheven welke daar normaal op slaan .

Artikel 12

Voor de in artikel 11 bedoelde vrijstelling komen slechts in aanmerking personen die :

a ) sedert ten minste twaalf opeenvolgende maanden hun normale verblijfplaats buiten de Gemeenschap hebben gehad . Er kunnen evenwel uitzonderingen worden toegestaan , mits het in het voornemen van de belanghebbende lag gedurende ten minste twaalf maanden buiten de Gemeenschap te verblijven ;

b ) het bewijs van hun huwelijkse staat leveren .

Artikel 13

Alcoholische produkten , tabak en tabaksprodukten zijn uitgesloten van de vrijstelling .

Artikel 14

1 . Behoudens buitengewone omstandigheden wordt de vrijstelling slechts verleend voor goederen die definitief zijn ingevoerd :

- ten vroegste twee maanden voor de voor dit huwelijk vastgestelde datum . In dit geval kan de vrijstelling onderworpen zijn aan het stellen van een passende zekerheid , waarvan de vorm en het bedrag door de bevoegde autoriteiten worden vastgesteld , en

- uiterlijk vier maanden na de datum van het huwelijk .

2 . De in artikel 11 bedoelde goederen kunnen , binnen de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde termijn , in gedeelten worden ingevoerd .

Artikel 15

1 . Tot het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum van de aangifte voor de definitieve invoer , mogen de met vrijstelling ingevoerde persoonlijke goederen niet worden uitgeleend , verpand , verhuurd , noch onder bezwarende titel , noch om niet worden overgedragen zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .

2 . Het uitlenen , verpanden , verhuren of overdragen ervan voor het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn , leidt tot toepassing van de voor de betrokken goederen geldende belasting over de toegevoegde waarde , tegen het op de datum van het uitlenen , verpanden , verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist is erkend of aanvaard .

Hoofdstuk III

Persoonlijke goederen , verkregen in het kader van een erfopvolging

Artikel 16

Behoudens het bepaalde in de artikelen 17 tot en met 19 wordt vrijstelling verleend voor de persoonlijke goederen die door een natuurlijke persoon die zijn normale verblijfplaats in een Lid-Staat heeft , door erfopvolging bij versterf , of door erfopvolging bij testament zijn verkregen .

Artikel 17

Van de vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) alcoholische produkten ;

b ) tabak en tabaksprodukten ;

c ) bedrijfsvoertuigen ;

d ) materieel voor beroepsdoeleinden , ander dan draagbare instrumenten voor kunsten en ambachten die nodig waren voor de uitoefening van het beroep van de overledene ;

e ) voorraden grondstoffen , eindprodukten of halffabrikaten ;

f ) levend vee en voorraden landbouwprodukten die de met de normale gezinsbevoorrading overeenkomende hoeveelheden overschrijden .

Artikel 18

1 . De vrijstelling wordt slechts verleend voor persoonlijke goederen welke ten laatste twee jaar vanaf de datum waarop de goederen in bezit gesteld zijn ( definitieve regeling van de erfopvolging ) definitief zijn ingevoerd .

Door de bevoegde autoriteiten kan evenwel op grond van bijzondere omstandigheden een verlenging van deze termijn worden toegestaan .

2 . De invoer van de persoonlijke goederen mag binnen de in lid 1 bedoelde termijn in gedeelten plaatsvinden .

Artikel 19

De artikelen 16 tot en met 18 gelden mutatis mutandis voor de persoonlijke goederen die door erfopvolging bij testament worden verworven door een rechtspersoon die een activiteit zonder winstoogmerk uitoefent en op het grondgebied van een Lid-Staat is gevestigd .

TITEL II

UITZETTEN , STUDIEBENODIGDHEDEN EN ANDERE ROERENDE GOEDEREN VAN SCHOLIEREN EN STUDENTEN

Artikel 20

1 . Vrijstelling wordt verleend voor uitzetten , gebruikte roerende goederen die de normale meubilering van een studentenkamer vormen en de studiebenodigdheden van scholieren en studenten die met het oog op hun studie in een Lid-Staat komen wonen , welke bestemd zijn voor hun persoonlijk gebruik gedurende hun studietijd .

2 . In de zin van dit artikel wordt verstaan onder :

a ) " scholier of student " : elke persoon die op regelmatige wijze is ingeschreven bij een onderwijsinstelling om er het volledige leerplan te volgen ;

b ) " uitzet " : het linnengoed , alsmede de kleding , zelfs indien nieuw ;

c ) " studiebenodigdheden " : voorwerpen en instrumenten ( met inbegrip van reken - en schrijfmachines ) die normaliter door een scholier of student worden gebruikt bij de studie .

Artikel 21

De vrijstelling wordt ten minste eenmaal per studiejaar verleend .

TITEL III

INVOER MET EEN TE VERWAARLOZEN WAARDE

Artikel 22

De Lid-Staten kunnen vrijstelling verlenen voor de invoer van goederen waarvan de totale waarde niet meer dan 22 Ecu bedraagt .

Artikel 23

Van de vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) alcoholische produkten ;

b ) parfum en toiletwater ;

c ) tabak en tabaksprodukten .

TITEL IV

KAPITAALGOEDEREN EN ANDERE UITRUSTING INGEVOERD TER GELEGENHEID VAN HET VERLEGGEN VAN ACTIVITEITEN

Artikel 24

1 . Onverminderd de in de Lid-Staten vigerende industriële en commerciële beleidsmaatregelen kunnen de Lid-Staten , behoudens het bepaalde in de artikelen 25 tot en met 28 , vrijstelling verlenen voor kapitaalgoederen en andere uitrusting toebehorend aan bedrijven die hun activiteiten in het land van herkomst definitief staken om een soortgelijke activiteit te komen uitoefenen in de Lid-Staat waar de goederen worden ingevoerd en die overeenkomstig artikel 22 , lid 1 , van Richtlijn 77/388/EEG aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van invoer vooraf opgave hebben gedaan van het begin van deze activiteit .

Wanneer het overgebrachte bedrijf een landbouwbedrijf is , wordt ook voor het levende vee vrijstelling verleend .

2 . In de zin van lid 1 wordt verstaan onder :

- " activiteit " : een in artikel 4 van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde economische activiteit ;

- " bedrijf " : een zelfstandige economische produktieeenheid of dienstverlenende eenheid .

Artikel 25

1 . De in artikel 24 bedoelde vrijstelling is beperkt tot kapitaalgoederen en andere uitrusting die :

a ) behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen , daadwerkelijk in het bedrijf zijn gebruikt gedurende ten minste twaalf maanden voor het staken van de activiteiten van het bedrijf in het land waarvandaan de onderneming is overgebracht ;

b ) bestemd zijn om na deze overbrenging voor dezelfde doeleinden te worden gebruikt ;

c ) bestemd zijn voor de uitoefening van een activiteit die niet op grond van artikel 13 van Richtlijn 77/388/EEG is vrijgesteld ;

d ) in overeenstemming zijn met de aard en de omvang van het betrokken bedrijf .

2 . De Lid-Staten kunnen evenwel vrijstelling verlenen voor kapitaalgoederen en uitrusting die worden ingevoerd door uit een andere Lid-Staat afkomstige liefdadige of filantropische instellingen bij de overbrenging van hun hoofdkantoor naar de Lid-Staat van invoer .

Deze vrijstelling wordt evenwel slechts verleend mits bij de aankoop van de bedoelde kapitaalgoederen en uitrusting geen vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde is verleend krachtens artikel 15 , punt 12 , van Richtlijn 77/388/EEG .

3 . Totdat de in artikel 17 , lid 6 , eerste alinea , van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde gemeenschappelijke voorschriften in werking zijn getreden , kunnen de Lid-Staten kapitaalgoederen waarvoor zij van het bepaalde in de tweede alinea van genoemd lid gebruik hebben gemaakt , geheel of gedeeltelijk van de vrijstelling uitsluiten .

Artikel 26

Van de vrijstelling zijn uitgesloten buiten de Gemeenschap gevestigde bedrijven waarvan de overbrenging naar het grondgebied van een Lid-Staat als oorzaak dan wel tot doel heeft een fusie met of een overname door een in de Gemeenschap gevestigd bedrijf zonder dat een nieuwe activiteit wordt ondernomen .

Artikel 27

Van de vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) vervoermiddelen die niet het karakter bezitten van produktiemiddelen of middelen in het kader van dienstverlening ;

b ) voorraden van ongeacht welke aard , bestemd voor menselijk verbruik of voor voeding van dieren ;

c ) brandstoffen en voorraden grondstoffen , eindprodukten of halffabrikaten ;

d ) vee dat in het bezit is van veekooplieden .

Artikel 28

Behoudens door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen , wordt de in artikel 24 bedoelde vrijstelling slechts verleend voor kapitaalgoederen en andere uitrusting die zijn ingevoerd voor het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum van het staken van de activiteiten van het bedrijf in het land van herkomst .

TITEL V

INVOER VAN BEPAALDE LANDBOUWPRODUKTEN EN VAN IN DE LANDBOUW TE GEBRUIKEN PRODUKTEN

Hoofdstuk I

Produkten welke zijn verkregen door exploitanten uit de Gemeenschap op in een andere Staat dan die van invoer gelegen landerijen

Artikel 29

1 . Behoudens het bepaalde in de artikelen 30 en 31 wordt vrijstelling verleend voor de produkten van landbouw , veeteelt , bijenteelt , tuinbouw of bosbouw , afkomstig van landerijen die in een land in de onmiddellijke nabijheid van het grondgebied van de Lid-Staat van invoer zijn gelegen en die worden geëxploiteerd door landbouwproducenten die de zetel van hun bedrijf in deze Lid-Staat hebben , in de onmiddellijke nabijheid van het betrokken land .

2 . Om voor het bepaalde in lid 1 in aanmerking te komen moeten veeteeltprodukten afkomstig zijn van dieren die in de Lid-Staat van invoer zijn gefokt , verkregen of ingevoerd , waarbij de algemene belastingregelingen van die Staat in acht zijn genomen .

3 . Vrijstelling wordt verleend voor de invoer van niet meer dan zes maanden oude , buiten de Lid-Staat van invoer geboren jongen van een in deze Staat gedekt paard van zuiver ras , dat vervolgens tijdelijk is uitgevoerd om haar jongen ter wereld te brengen .

Artikel 30

De vrijstelling is beperkt tot produkten die geen andere behandeling hebben ondergaan dan die welke gewoonlijk na de oogst of de produktie plaatsvindt .

Artikel 31

De vrijstelling wordt slechts verleend voor produkten die door de landbouwproducent of voor diens rekening worden ingevoerd .

Artikel 32

Het bepaalde in dit hoofdstuk is mutatis mutandis van toepassing op produkten van de visserij of van de visteelt die door in de Lid-Staat van invoer gevestigde vissers wordt beoefend op de meren en waterlopen die de grens van die Lid-Staat vormen en op produkten van de jacht door in deze Lid-Staat gevestigde jagers op genoemde meren en waterlopen .

Hoofdstuk II

Zaaigoed , meststoffen en produkten voor de behandeling van bodem en gewassen

Artikel 33

Behoudens het bepaalde in artikel 34 , wordt vrijstelling verleend voor zaaigoed , meststoffen en produkten voor de behandeling van bodem en gewassen , bestemd voor de exploitatie van landerijen welke in een Lid-Staat gelegen zijn , in de onmiddellijke nabijheid van een buiten de Gemeenschap gelegen land of van een andere Lid-Staat , en die worden geëxploiteerd door landbouwproducenten die de zetel van hun bedrijf in dit buiten de Gemeenschap gelegen land of deze Lid-Staat hebben , in de onmiddellijke nabijheid van het gebied van de Lid-Staat van invoer .

Artikel 34

1 . De vrijstelling is beperkt tot de hoeveelheden zaaigoed , meststoffen of andere produkten die nodig zijn voor de exploitatie van de landerijen .

2 . De vrijstelling wordt slechts verleend voor zaaigoed , meststoffen of andere produkten die rechtstreeks door de landbouwproducent of voor diens rekening in de Lid-Staat van invoer worden binnengebracht .

3 . De Lid-Staat van invoer kan hieraan de voorwaarde van wederkerigheid verbinden .

TITEL VI

INVOER VAN THERAPEUTISCHE STOFFEN , GENEESMIDDELEN , PROEFDIEREN EN BIOLOGISCHE OF CHEMISCHE STOFFEN

Hoofdstuk I

Proefdieren en voor onderzoek bestemde biologische of chemische stoffen

Artikel 35

1 . Vrijstelling wordt verleend voor :

a ) speciaal voor laboratoriumgebruik gefokte dieren die gratis aan laboratoria worden afgestaan ;

b ) biologische of chemische stoffen :

- die gratis uit het grondgebied van een andere Lid-Staat worden ingevoerd , of

- die uit buiten de Gemeenschap gelegen landen worden ingevoerd binnen de grenzen en onder de voorwaarden van artikel 60 , lid 1 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen ( 5 ) .

2 . De in lid 1 bedoelde vrijstelling is beperkt tot dieren en biologische of chemische stoffen die bestemd zijn :

- hetzij voor openbare instellingen of instellingen van openbaar nut wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is , en voor diensten die onder een openbare instelling of instelling van openbaar nut ressorteren en wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is ;

- hetzij voor particuliere instellingen wier voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek is en die van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben om deze goederen met vrijstelling in te voeren .

Hoofdstuk II

Therapeutische stoffen van menselijke oorsprong en testsera voor de vaststelling van bloed - en weefselgroepen

Artikel 36

1 . Onverminderd de vrijstelling als bedoeld in artikel 14 , lid 1 , sub a ) , van Richtlijn 77/388/EEG en behoudens het bepaalde in artikel 37 , wordt vrijstelling verleend voor :

a ) therapeutische stoffen van menselijke oorsprong ;

b ) testsera voor de vaststelling van bloedgroepen ;

c ) testsera voor de vaststelling van weefselgroepen .

2 . In de zin van lid 1 wordt verstaan onder :

- " therapeutische stoffen van menselijke oorsprong " : menselijk bloed en derivaten daarvan ( volledig menselijk bloed , gedroogd menselijk plasma , menselijk albumine en stabiele oplossingen van menselijke plasmaproteïnen , menselijke immoglobuline , menselijk fibrinogeen ) ;

- " testsera voor de vaststelling van bloedgroepen " : alle testsera van menselijke , dierlijke , plantaardige of andere oorsprong voor de vaststelling van menselijke bloedgroepen en de opsporing van bloedincompatibiliteit ;

- " testsera voor de vaststelling van weefselgroepen " : alle testsera van menselijke , dierlijke , plantaardige of andere oorsprong voor de vaststelling van menselijke weefselgroepen .

Artikel 37

De vrijstelling wordt beperkt tot produkten die :

a ) bestemd zijn voor door de bevoegde autoriteiten erkende instellingen of laboratoria voor exclusief gebruik voor medische of wetenschappelijke doeleinden , met uitsluiting van commerciële transacties ;

b ) vergezeld gaan van een certificaat van overeenstemming dat in het land van herkomst door een daartoe bevoegde instantie is afgegeven ;

c ) vervat zijn in verpakkingsmiddelen die voorzien zijn van een speciaal identificeringsetiket .

Artikel 38

De vrijstelling strekt zich uit tot de voor het vervoer van therapeutische stoffen van menselijke oorsprong of van testsera voor de vaststelling van bloed - of weefselgroepen absoluut noodzakelijke speciale verpakkingen , alsmede tot de oplosmiddelen en het toebehoren die nodig zijn voor hun gebruik , welke eventueel aan de zendingen zijn toegevoegd .

Hoofdstuk III

Farmaceutische produkten , gebruikt ter gelegenheid van internationale sportvenementen

Artikel 39

Vrijstelling wordt verleend voor farmaceutische produkten voor menselijke of diergeneeskunde welke zijn bestemd voor gebruik door personen of dieren die zullen deelnemen aan internationale sportevenementen , zulks binnen de grenzen van hun behoeften gedurende het verblijf in de Lid-Staat van invoer .

TITEL VII

GOEDEREN VOOR INSTELLINGEN MET EEN LIEFDADIG OF FILANTROPISCH KARAKTER

Artikel 40

De Lid-Staten zijn bevoegd om de hoeveelheden en de waarde van de in de artikelen 41 tot en met 55 bedoelde goederen te beperken , ten einde eventuele misbruiken te voorkomen en het hoofd te bieden aan belangrijke concurrentieverstoringen .

Hoofdstuk I

Goederen , ingevoerd voor algemene doeleinden

Artikel 41

1 . Onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 42 tot en met 44 wordt vrijstelling verleend voor :

a ) goederen die in primaire levensbehoeften voorzien , die gratis zijn verkregen en die worden ingevoerd door overheids - of andere instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter welke door de bevoegde autoriteiten zijn erkend , ten einde gratis aan behoeftigen te worden uitgereikt ;

b ) goederen van ongeacht welke aard die door een in een ander land dan de Lid-Staat van invoer gevestigd persoon of organisatie gratis en zonder enige commerciële bijbedoeling van de zijde van de gever , worden toegezonden aan openbare of door de bevoegde autoriteiten erkende instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter om financiële middelen in te zamelen tijdens incidentele liefdadigheidsevenementen ten bate van behoeftigen ;

c ) materieel , uitrusting en kantoorartikelen die door een in een ander land dan de Lid-Staat van invoer gevestigde persoon of organisatie gratis , en zonder enige commerciële bijbedoeling van de zijde van de gever , worden toegezonden aan door de bevoegde autoriteiten erkende instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter , ten einde uitsluitend te worden gebruikt voor hun eigen werking en voor de verwezenlijking van het door hen nagestreefde liefdadige of filantropische doel .

2 . In de zin van lid 1 , sub a ) , wordt onder " goederen die in primaire levensbehoeften voorzien " verstaan , goederen die absoluut noodzakelijk zijn om te voorzien in de onmiddellijke behoeften van personen , zoals levensmiddelen , geneesmiddelen , kleding en dekens .

Artikel 42

Van de vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) alcoholische produkten ;

b ) tabak en tabaksprodukten ;

c ) koffie en thee ;

d ) motorvoertuigen , behalve ziekenwagens .

Artikel 43

De vrijstelling wordt slechts verleend aan organisaties waarvan de boekhouding het de bevoegde autoriteiten mogelijk maakt de verrichtingen te controleren en die alle noodzakelijk geachte waarborgen bieden .

Artikel 44

1 . De in artikel 41 bedoelde goederen waarvoor de vrijstelling werd toegestaan , mogen door de organisatie die vrijstelling geniet niet voor andere doeleinden dan die van lid 1 , sub a ) en b ) , van genoemd artikel worden uitgeleend , verhuurd , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen , zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .

2 . Indien de goederen worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen aan een instelling die krachtens de artikelen 41 en 43 voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde instelling de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling .

In de overige gevallen mag het uitlenen , verhuren of overdragen pas plaatsvinden na voorafgaande betaling van de belasting over de toegevoegde waarde , tegen het op de datum van het uitlenen , verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op grondslag van de waarde , die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Artikel 45

1 . De in artikel 41 bedoelde organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of die met vrijstelling ingevoerde goederen voor andere doeleinden willen gebruiken dan die bedoeld in genoemd artikel , dienen de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen .

2 . De goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde , tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop aan de voorwaarden niet langer wordt voldaan , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

3 . De goederen die door de organisatie die vrijstelling geniet , worden gebruikt voor andere doeleinden dan die bedoeld in artikel 41 , zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde , tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Hoofdstuk II

Goederen , ingevoerd ten behoeve van gehandicapten

Artikel 46

1 . Voor goederen die speciaal zijn ontworpen voor onderwijs aan en tewerkstelling of verbetering van de maatschappelijke positie van blinden en andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten , wordt vrijstelling verleend wanneer zij :

a ) worden ingevoerd door instellingen of organisaties wier voornaamste activiteit het onderwijs aan of de begeleiding van gehandicapten is en die van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren ;

b ) gratis en zonder enige commerciële bijbedoeling van de gever aan een dergelijke instelling of organisatie worden gezonden .

2 . De vrijstelling is van toepassing op specifieke reserveonderdelen , onderdelen of hulpstukken , bestemd voor de betrokken voorwerpen , alsmede op gereedschap voor het onderhoud , de controle , het ijken of het herstellen van die voorwerpen , voor zover deze reserveonderdelen , onderdelen of hulpstukken of gereedschap tegelijkertijd met deze voorwerpen worden ingevoerd , of , indien zij op een later tijdstip worden ingevoerd , herkenbaar zijn als bestemd voor voorwerpen die eerder met vrijstelling van rechten zijn ingevoerd of die voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen wanneer deze voor de bedoelde reserveonderdelen , onderdelen of specifieke hulpstukken en het bedoelde gereedschap wordt aangevraagd .

3 . De goederen waarvoor vrijstelling wordt verleend mogen voor geen andere doeleinden worden aangewend dan voor opvoeding van en gebruik door blinden en andere gehandicapten of voor de verbetering van hun maatschappelijke positie .

Artikel 47

1 . Goederen waarvoor vrijstelling is verleend , mogen door de instellingen of organisaties die de vrijstelling genieten aan de in artikel 46 bedoelde aangesloten personen zonder winstoogmerk worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen , zonder betaling van de belasting over de toegevoegde waarde bij invoer .

2 . Uitlening , verhuring of overdracht , mag niet plaatsvinden onder andere voorwaarden dan die van lid 1 zonder voorafgaande kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten .

Indien de goederen worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen aan een instelling of organisatie die zelf voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht , voor zover deze instelling of organisatie het betrokken voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling .

In de overige gevallen mag het uitlenen , verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de belasting over de toegevoegde waarde volgens het op de datum van de uitlening , verhuring of overdracht van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Artikel 48

1 . De in artikel 46 bedoelde instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling , of die een met vrijstelling ingevoerd voorwerp voor andere doeleinden willen gebruiken dan die bedoeld in voornoemd artikel , dienen de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen .

2 . Voorwerpen die in het bezit blijven van de instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen , zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop genoemde voorwaarden niet langer worden vervuld , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

3 . Voorwerpen die door de instelling of organisatie die vrijstelling geniet worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in artikel 46 , zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde , tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Hoofdstuk III

Goederen ingevoerd ten bate van slachtoffers van rampen

Artikel 49

1 . Behoudens het bepaalde in de artikelen 50 tot en met 55 wordt vrijstelling verleend voor goederen die worden ingevoerd door overheids - of andere instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter , welke door de bevoegde autoriteiten zijn erkend , ten einde :

a ) hetzij gratis te worden verstrekt aan slachtoffers van rampen waardoor het grondgebied van een of meer Lid-Staten werd getroffen ;

b ) hetzij gratis ter beschikking te worden gesteld van de slachtoffers van dergelijke rampen , doch eigendom van de betrokken instellingen blijven .

2 . De in lid 1 bedoelde vrijstelling geldt onder dezelfde voorwaarde tevens voor goederen die door hulpeenheden worden ingevoerd om voor de duur van hun bijstand in hun behoeften te voorzien .

Artikel 50

De vrijstelling wordt niet verleend voor materiaal en materieel bestemd voor de wederopbouw in rampgebieden .

Artikel 51

De vrijstelling wordt pas verleend nadat de Commissie , op verzoek van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten , volgens een urgentieprocedure die mede voorziet in overleg met de andere Lid-Staten , een beschikking heeft vastgesteld . In deze beschikking worden zo nodig de omvang en de voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling vastgesteld .

In afwachting van de kennisgeving van de beschikking van de Commissie kunnen de door een ramp getroffen Lid-Staten toestemming geven de goederen voor de in artikel 49 genoemde doeleinden in te voeren met schorsing van de betrokken belasting over de toegevoegde waarde , mits de invoerende instelling zich ertoe vebindt deze te betalen indien geen vrijstelling wordt toegekend .

Artikel 52

De vrijstelling wordt slechts verleend aan instellingen waarvan de boekhouding het de bevoegde autoriteiten mogelijk maakt de verrichtingen te controleren en die alle nodig geachte garanties bieden .

Artikel 53

1 . De in artikel 49 , lid 1 , bedoelde goederen mogen door de organisaties die voor vrijstelling in aanmerking komen , niet onder andere voorwaarden dan die van genoemd artikel worden uitgeleend , verhuurd , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen , zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .

2 . Indien de goederen worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen aan een organisatie die krachtens artikel 49 voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde instelling de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op het verlenen van deze vrijstelling .

In de overige gevallen mag het uitlenen , verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de belasting over de toegevoegde waarde , tegen het op het tijdstip van het uitlenen , verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Artikel 54

1 . De in artikel 49 , lid 1 , sub b ) , bedoelde goederen mogen , wanneer zij niet meer worden gebruikt door de slachtoffers van rampen , niet worden uitgeleend , verhuurd , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .

2 . Indien de goederen worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen aan een organisatie die krachtens artikel 49 voor vrijstelling in aanmerking komt of , eventueel , aan een organisatie die krachtens artikel 41 , lid 1 , sub a ) , voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisaties de betrokken goederen gebruiken voor doeleinden welke recht geven op het verlenen van dergelijke vrijstellingen .

In de overige gevallen mag het uitlenen , verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de belasting over de toegevoegde waarde , tegen het op het tijdstip van het uitlenen , verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

Artikel 55

1 . De in artikel 49 bedoelde organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of die de voor vrijstelling in aanmerking genomen goederen voor andere doeleinden willen gebruiken dan bedoeld in genoemd artikel , dienen de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen .

2 . Wanneer goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen , worden overgedragen aan een organisatie die krachtens dit hoofdstuk voor vrijstelling in aanmerking komt of , eventueel , aan een organisatie die krachtens artikel 41 voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisatie de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op dergelijke vrijstellingen . In de overige gevallen zijn de genoemde goederen onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop aan genoemde voorwaarden niet langer wordt voldaan , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

3 . De goederen die door de organisatie die vrijstelling geniet worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in dit hoofdstuk , zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde bij invoer , tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden aangewend , zulks naar de soort en op de grondslag , van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

TITEL VIII

INVOER IN VERBAND MET BEPAALDE INTERNATIONALE BETREKKINGEN

Hoofdstuk I

Als eerbewijs verleende onderscheidingen en beloningen

Artikel 56

Mits de belanghebbenden een en ander ten genoegen van de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen en voor zover het handelingen betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is , wordt vrijstelling verleend voor :

a ) onderscheidingen die zijn verleend door de regering van een ander land dan de Lid-Staat van invoer aan personen die hun normale verblijfplaats in deze Staat hebben ;

b ) bekers , medailles en soortgelijke voorwerpen die voornamelijk een symbolisch karakter bezitten en die , verleend in een ander land dan de Lid-Staat van invoer aan personen die hun normale verblijfplaats in laatstgenoemde Staat hebben , als eerbewijs voor de activiteiten die zij hebben ontplooid op gebieden zoals kunsten , wetenschappen , sport , openbare dienstverleningen , of als bewijs van erkentelijkheid voor hun verdiensten ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis , door genoemde personen zelf worden ingevoerd ;

c ) bekers , medailles en soortgelijke voorwerpen die voornamelijk een symbolisch karakter bezitten en gratis door in een ander land dan de Lid-Staat van invoer gevestigde autoriteiten of personen worden aangeboden om in laatstgenoemde Staat voor dezelfde doeleinden als bedoeld sub b ) te worden toegekend .

Hoofdstuk II

Geschenken , ontvangen in het kader van internationale betrekkingen

Artikel 57

Onverminderd , in voorkomend geval , de bepalingen voor het internationaal reizigersverkeer en behoudens het bepaalde in de artikelen 58 en 59 wordt vrijstelling verleend voor goederen die :

a ) worden ingevoerd door personen die een officieel bezoek hebben afgelegd in een ander land dan dat van hun normale verblijfplaats , en die bij die gelegenheid deze goederen ten geschenke hebben gekregen van de autoriteiten die hen hebben ontvangen ;

b ) worden ingevoerd door personen die een officieel bezoek komen afleggen in de Lid-Staat van invoer , en die van plan zijn deze goederen bij die gelegenheid ten geschenke te geven aan de autoriteiten die hen ontvangen ;

c ) bij wijze van geschenk , als blijk van vriendschap of van hulde , door een in een ander land dan de Lid-Staat van invoer gevestigde officiële autoriteit , openbare instantie of activiteiten van openbaar belang verrichtende organisatie , worden gericht aan een officiële autoriteit , aan een openbare instantie of aan een activiteiten van openbaar belang verrichtende organisatie , gevestigd in de Lid-Staat van invoer , welke van de bevoegde autoriteiten toestemming heeft verkregen om dergelijke voorwerpen met vrijstelling in ontvangst te nemen .

Artikel 58

Alcoholische produkten , tabak en tabaksprodukten zijn van de vrijstelling uitgesloten .

Artikel 59

De vrijstelling wordt slechts verleend :

- voor zover de voorwerpen bedoeld zijn als incidenteel geschenk ;

- voor zover uit de aard , de waarde of de hoeveelheid geen enkele commerciële bijbedoeling blijkt ;

- en voor zover zij niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt .

Hoofdstuk III

Goederen bestemd om door vorsten en staatshoofden te worden gebruikt

Artikel 60

Met de beperkingen en onder de voorwaarden die door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld , wordt vrijstelling verleend voor :

a ) giften aangeboden aan regerende vorsten en staatshoofden ;

b ) goederen bestemd om te worden gebruikt of verbruikt door regerende vorsten en staatshoofden van een andere Staat , alsmede door de persoonlijkheden die hen officieel vertegenwoordigen , gedurende hun officieel verblijf in de Lid-Staat van invoer . De vrijstelling kan echter door de invoerende Lid-Staat afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde van wederkerigheid .

Het bepaalde in de eerste alinea is tevens van toepassing op personen die op het internationale vlak voorrechten genieten die overeenkomen met die van een regerend vorst of van een staatshoofd .

TITEL IX

INVOER VAN GOEDEREN VOOR KLANTENWERVING

Hoofdstuk I

Monsters van goederen met onbeduidende waarde

Artikel 61

1 . Onverminderd het bepaalde in artikel 65 , lid 1 , sub a ) , wordt vrijstelling verleend voor monsters van goederen waarvan de waarde onbeduidend is en die slechts kunnen dienen om bestellingen te werven voor goederen van het soort dat zij vertegenwoordigen .

2 . De bevoegde autoriteiten kunnen eisen dat bepaalde artikelen , om voor de vrijstelling in aanmerking te komen , definitief onbruikbaar worden gemaakt door versnijding , doorboring , het aanbrengen van een duidelijk zichtbaar en onuitwisbaar kenteken of enig ander procédé , zonder dat deze behandeling evenwel tot gevolg mag hebben dat hun hoedanigheid van monster daardoor verloren gaat .

3 . In de zin van lid 1 wordt verstaan onder " monsters van goederen " , artikelen die representatief zijn voor een categorie van handelswaar en waarvan de wijze van opmaak en de hoeveelheid voor de gegeven soort of kwaliteit van goederen die artikelen ongeschikt maken om voor andere doeleinden dan voor klantenwerving te worden gebruikt .

Hoofdstuk II

Drukwerk en voorwerpen voor reclamedoeleinden

Artikel 62

Behoudens het beaalde in artikel 63 wordt vrijstelling verleend voor drukwerk voor reclamedoeleinden , zoals catalogi , prijscouranten , gebruiksaanwijzingen of commerciële aankondigingen die betrekking hebben op :

a ) te koop of te huur aangeboden goederen ;

b ) het aanbieden van diensten op het gebied van vervoer , de verzekering van handelsactiviteiten of bankzaken ,

door een buiten de Lid-Staat van invoer gevestigde persoon .

Artikel 63

De in artikel 62 bedoelde vrijstelling is beperkt tot drukwerk voor reclamedoeleinden dat aan de volgende voorwaarden voldoet :

a ) op het drukwerk moet duidelijk zichtbaar de naam van het bedrijf zijn aangebracht dat de goederen vervaardigt , verkoopt of verhuurt , of dat de diensten verleent waarop het drukwerk betrekking heeft ;

b ) elke zending mag slechts één bescheid bevatten of , indien zij uit meerdere bescheiden bestaat , slechts één exemplaar van elk bescheid . Zendingen , die verscheidene exemplaren van een zelfde bescheid bevatten , komen niettemin voor vrijstelling in aanmerking , indien het totale brutogewicht niet meer dan 1 kg bedraagt ;

c ) het drukwerk mag niet bij wijze van groepagezending door een zelfde afzender naar een zelfde geadresseerde worden gezonden .

Artikel 64

Vrijstelling wordt ook verleend voor voorwerpen voor reclamedoeleinden die zelf geen handelswaarde bezitten en die gratis door leveranciers naar hun klanten worden gezonden en voor geen enkel ander doel dan voor reclame kunnen worden gebruikt .

Hoofdstuk III

Goederen die worden gebruikt of verbruikt tijdens tentoonstellingen en dergelijke

Artikel 65

1 . Behoudens het bepaalde in de artikelen 66 tot en met 69 wordt vrijstelling verleend voor :

a ) kleine monsters die representatief zijn voor goederen en bestemd zijn voor tentoonstellingen en dergelijke ;

b ) goederen die uitsluitend worden ingevoerd om te worden gedemonstreerd of om machines en apparaten te demonstreren tijdens tentoonstellingen en dergelijke ;

c ) diverse materialen van geringe waarde , zoals verf , lak , behangselpapier , bestemd voor de bouw , de inrichting en de decoratie van tijdelijke stands op tentoonstellingen en dergelijke en die door hun gebruik als zodanig verloren gaan ;

d ) drukwerk , catalogi , prospectussen , prijscouranten , aanplakbiljetten , al dan niet geïllustreerde kalenders , niet-ingelijste foto's en andere voorwerpen die gratis worden verstrekt ten einde te worden gebruikt voor reclamedoeleinden voor goederen , die op tentoonstellingen en dergelijke worden tentoongesteld .

2 . In de zin van lid 1 wordt onder " tentoonstelling en dergelijke " verstaan :

a ) tentoonstellingen , jaarbeurzen , beurzen en dergelijke manifestaties op het gebied van handel , industrie , landbouw en ambachtelijke nijverheid ;

b ) tentoonstellingen of manifestaties die voornamelijk voor liefdadige doeleinden worden georganiseerd ;

c ) tentoonstellingen of manifestaties die voornamelijk worden georganiseerd met een wetenschappelijk , technisch , ambachtelijk , artistiek , opvoedkundig of cultureel , sportief of religieus doel , of voor een cultus , op vakverenigingsgebied , met een toeristisch doel of met het doel de volkeren te helpen elkaar beter te begrijpen ;

d ) vergaderingen van vertegenwoordigers van internationale organisaties of groeperingen ;

e ) plechtigheden en manifestaties met een officieel of herdenkingskarakter ,

met uitzondering van particuliere tentoonstellingen die in winkels of handelsruimten worden georganiseerd met het oog op de verkoop van goederen .

Artikel 66

De in artikel 65 , lid 1 , sub a ) , bedoelde vrijstelling is beperkt tot monsters :

a ) die in die vorm gratis worden ingevoerd of tijdens de tentoonstelling uit onverpakt ingevoerde waren worden verkregen ;

b ) die uitsluitend dienen om tijdens de tentoonstelling gratis aan de bezoekers voor hun persoonlijk gebruik of verbruik te worden uitgereikt ;

c ) die kunnen worden onderkend als reclamemateriaal waarvan de waarde per eenheid gering is ;

d ) die niet geschikt zijn om te kunnen worden verhandeld en in voorkomend geval in verpakkingen worden aangeboden welke een geringere hoeveelheid bevatten dan de kleinste in de handel verkrijgbare hoeveelheid van dezelfde goederen ;

e ) die tijdens de tentoonstelling ter plaatse worden verbruikt indien het levensmiddelen en dranken betreft waarvan de verpakkig niet beantwoordt aan het bepaalde sub d ) ;

f ) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van de tentoonstelling , het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant .

Artikel 67

De in artikel 65 , lid 1 , sub b ) , bedoelde vrijstelling is beperkt tot goederen :

a ) die tijdens de tentoonstelling worden verbruikt of tenietgaan , en

b ) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van de tentoonstelling , het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant .

Artikel 68

De in artikel 65 , lid 1 , sub d ) , bedoelde vrijstelling geldt slechts voor drukwerk en voowerpen voor reclamedoeleinden :

a ) die uitsluitend bestemd zijn om op de plats van de tentoonstelling gratis aan het publiek te worden uitgereikt ;

b ) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van de tentoonstelling , het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant .

Artikel 69

Van de in artikel 65 , lid 1 , sub a ) en b ) , bedoelde vrijstelling zijn uitgesloten :

a ) alcoholische produkten ;

b ) tabak en tabaksprodukten ;

c ) brandstoffen .

TITEL X

GOEDEREN DIE WORDEN INGEVOERD MET HET OOG OP ONDERZOEK , ANALYSES OF PROEFNEMINGEN

Artikel 70

Behoudens het bepaalde in de artikelen 71 tot en met 76 wordt vrijstelling verleend voor goederen die bestemd zijn voor onderzoek , analyses of proefnemingen met het oog op de vaststelling van hun samenstelling , kwaliteit of andere technische kenmerken voor het verkrijgen van informatie of voor industrieel of commercieel onderzoek .

Artikel 71

Onverminderd het bepaalde in artikel 74 wordt het verlenen van de in artikel 70 bedoelde vrijstelling afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de aan onderzoek , analyses of proeven onderworpen goederen bij dit onderzoek , deze analyses of deze proefnemingen volledig worden verbruikt dan wel tenietgaan .

Artikel 72

Van de vrijstelling zijn uitgesloten goederen die dienen voor onderzoek , analyses of proefnemingen die als zodanig handelingen met het oog op klantenwerving vormen .

Artikel 73

De vrijstelling wordt slechts verleend voor de hoeveelheid goederen die strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doel waarvoor zij zijn ingevoerd . Deze hoeveelheid wordt per geval door de bevoegde autoriteiten vastgesteld , rekening houdend met genoemd doel .

Artikel 74

1 . De in artikel 70 bedoelde vrijstelling strekt zich uit tot goederen die bij het onderzoek , de analyses of de proeven niet volledig worden verbruikt of tenietgaan , mits de overblijvende produkten met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten :

- hetzij na afloop van het onderzoek , de analyses of de proefnemingen geheel worden vernietigd of zodanig worden behandeld dat zij geen handelswaarde meer hebben ;

- hetzij zonder kosten aan de schatkist worden afgestaan , wanneer de nationale voorschriften in deze mogelijkheid voorzien ;

- hetzij , in met redenen omklede gevallen , uit het grondgebied van de Lid-Staat van invoer worden uitgevoerd .

2 . In de zin van lid 1 wordt onder " overblijvende produkten " verstaan , produkten die voortkomen uit de onderzoeken , analyses of proeven , dan wel goederen die niet daadwerkelijk zijn gebruikt .

Artikel 75

Behoudens toepassing van het bepaalde in artikel 74 , lid 1 , worden de na afloop van de in artikel 70 bedoelde onderzoeken , analyses of proeven overblijvende produkten onderworpen aan de daarvoor geldende belasting over de toegevoegde waarde bij invoer , tegen het op het tijdstip van de beëindiging van deze onderzoeken , analyses of proeven van kracht zijnde tarief , zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard .

De belanghebbende kan evenwel , met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten , de overblijvende produkten tot resten of afvallen verwerken . In dat geval is de belasting bij invoer de belasting die geldt voor de resten of de afvallen op de datum waarop deze worden verkregen .

Artikel 76

De termijn waarbinnen de onderzoeken , analyses of proeven moeten plaatsvinden , en de administratieve formaliteiten die moeten worden vervuld om te waarborgen dat de goederen voor de beoogde doeleinden worden aangewend , worden door de bevoegde autoriteiten vastgesteld .

TITEL XI

DIVERSE VRIJSTELLINGEN

Hoofdstuk I

Zendingen voor instellingen die bevoegd zijn ter zake van de bescherming van auteursrechten of de bescherming van industriële of commerciële eigendom

Artikel 77

Vrijstelling wordt verleend voor merken , modellen of tekeningen en de desbetreffende indieningsdossiers , alsmede de dossiers betreffende aanvragen voor een octrooi en dergelijke , die bestemd zijn voor instellingen die bevoegd zijn ter zake van de bescherming van auteursrechten of de bescherming van industriële en commerciële eigendom .

Hoofdstuk II

Documentatiemateriaal van toeristische aard

Artikel 78

Vrijstelling wordt verleend voor :

b ) bescheiden ( folders , brochures , boeken , tijdschriften , gidsen , al dan niet ingelijste aanplakbiljetten , niet-ingelijste foto's en fotografische vergrotingen , al dan niet geïllustreerde landkaarten , vitrofanies , geïllustreerde kalenders ) bestemd om gratis te worden uitgereikt en die voornamelijk tot doel hebben het publiek ertoe te brengen vreemde landen te bezoeken met name om daar bijeenkomsten of manifestaties bij te wonen die een cultureel , toeristisch , sportief of godsdienstig karakter bezitten dan wel verband houden met een beroep , mits deze bescheiden niet meer dan 25 % particuliere handelsreclame bevatten en mits het oogmerk van propaganda van algemene aard er duidelijk uit blijkt ;

b ) lijsten en jaarboeken van buitenlandse hotels , gepubliceerd door officiële organisaties voor toerisme of onder auspiciën daarvan , alsmede de dienstregelingen van in het buitenland geëxploiteerde vervoerdiensten , wanneer deze bescheiden bestemd zijn om gratis te worden uitgereikt en niet meer dan 25 % particuliere handelsreclame bevatten ;

c ) technisch materiaal dat wordt toegezonden aan erkende vertegenwoordigers of aan correspondenten die zijn aangesteld door officiële nationale toeristenorganisaties , en dat niet bestemd is om te worden uitgereikt , dat wil zeggen jaarboeken , lijsten van telefoon - of telexabonnees , hotellijsten , catalogi van beurzen , monsters van ambachtelijke produkten met een onbeduidende waarde , documentatiemateriaal over musea , universiteiten , thermale badplaatsen of andere soortgelijke instellingen .

Hoofdstuk III

Diverse bescheiden en voorwerpen

Artikel 79

Vrijstelling wordt verleend voor :

a ) bescheiden die gratis aan openbare diensten van de Lid-Staten worden gezonden ;

b ) publikaties van buitenlandse regeringen en publikaties van internationale officiële instellingen die bestemd zijn om gratis te worden verspreid ;

c ) stembiljetten die bestemd zijn voor verkiezingen georganiseerd door in andere landen dan de Lid-Staat van invoer gevestigde instellingen ;

d ) voorwerpen bestemd om te dienen als bewijs of voor soortgelijke doeleinden voor rechtbanken of andere officiële instanties van de Lid-Staten ;

e ) specimens van handtekeningen en gedrukte circulaires betreffende handtekeningen die worden verzonden in het kader van de gebruikelijke uitwisseling van inlichtingen tussen openbare diensten of bankinstellingen ;

f ) drukwerk van officiële aard dat aan de Centrale Banken van de Lid-Staten wordt gezonden ;

g ) rapporten , verslagen , inlichtingenbladen , prospectussen , inschrijvingsformulieren en andere documenten die zijn opgesteld door maatschappijen die niet in de Lid-Staat van invoer zijn gevestigd en bestemd zijn voor houders van of inschrijvers op door deze maatschappijen uitgegeven effecten ;

h ) informatiedragers met opname ( ponskaarten , geluidsopnamen , microfilms , enz . ) die worden gebruikt voor de kosteloze toezending van informatie aan de geadresseerde , voor zover de vrijstelling geen aanleiding geeft tot misbruiken of belangrijke concurrentieverstoringen ;

i ) dossiers , archieven , formulieren en andere bescheiden , bestemd om te worden gebruikt tijdens internationale vergaderingen , conferenties of congressen , alsmede de notulen van dergelijke bijeenkomsten ;

j ) ontwerpen , technische tekeningen , afbeeldingen , beschrijvingen en andere soortgelijke bescheiden die worden ingevoerd met het oog op het verkrijgen of de uitvoering van bestellingen in een ander land dan de Lid-Staat van invoer of met het oog op het deelnemen aan een in laatstgenoemde Staat georganiseerde prijsvraag ;

k ) bescheiden bestemd om te worden gebruikt bij examens die in de Lid-Staat van invoer worden georganiseerd door in een ander land gevestigde instellingen ;

l ) formulieren bestemd om te worden gebruikt als officiële bescheiden voor het internationaal weg - of goederenverkeer , in het kader van internationale overeenkomsten ;

m ) formulieren , etiketten , vervoerbewijzen en soortgelijke bescheiden , die door in een ander land dan de Lid-Staat van invoer gevestigde vervoerondernemingen of ondernemingen in het hotelwezen worden verzonden naar in laatstgenoemde Staat gevestigde reisbureaus ;

n ) formulieren en vervoerbewijzen , cognossementen , vrachtbrieven en andere handelsbescheiden en administratieve bescheiden , die gebruikt zijn ;

o ) officieel drukwerk , uitgegeven door nationale of internationale autoriteiten , drukwerk conform internationale modellen dat door organisaties van andere landen dan de Lid-Staat van invoer aan overeenkomstige organisaties die in laatstgenoemde Staat zijn gevestigd wordt verzonden om te worden verspreid ;

p ) foto's , diapositieven en kartonnen matrijzen voor foto's , met of zonder onderschrift , gericht aan persagentschappen of aan uitgevers van dagbladen of tijdschriften ;

q ) in de bijlage bij deze richtlijn bedoelde artikelen , ongeacht het gebruik waarvoor zij bestemd zijn , die zijn geproduceerd door de Verenigde Naties of een van haar gespecialiseerde organisaties ;

r ) voorwerpen welke deel uitmaken van verzamelingen en kunstvoorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , die niet voor de verkoop zijn bestemd en die worden ingevoerd door musea , kunstgalerijen en andere instellingen die van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten toestemming hebben om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren . De vrijstelling wordt slechts verleend op voorwaarde dat de betrokken voorwerpen om niet worden ingevoerd , of , indien invoer geschiedt onder bezwarende titel , dat deze voorwerpen niet door een belastingplichtige worden geleverd .

Hoofdstuk IV

Hulpmateriaal voor de stuwing en bescherming van goederen tijdens vervoer

Artikel 80

Zijn vrijgesteld materialen van uiteenlopende aard , zoals kabels , stro , doek , papier , karton , hout en plastic , die worden gebruikt voor het stuwen en de bescherming - met inbegrip van thermische bescherming - van goederen tijdens het vervoer naar het grondgebied van een Lid-Staat , mits :

a ) deze materialen normaliter niet in aanmerking komen om opnieuw te worden gebruikt ;

b ) de tegenwaarde ervan deel uitmaakt van de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 11 van Richtlijn 77/388/EEG .

Hoofdstuk V

Strooisel , foerage en voedermiddelen voor dieren tijdens hun transport

Artikel 81

Vrijstelling wordt verleend voor strooisel , foerage en al het voer aan boord van vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van dieren naar het grondgebied van een Lid-Staat , bestemd om onderweg aan de dieren te worden verstrekt .

Hoofdstuk VI

Brandstoffen en smeermiddelen in motorvoertuigen te land

Artikel 82

1 . Behoudens het bepaalde in de artikelen 83 tot en met 85 wordt vrijstelling verleend voor :

a ) de brandstof in de normale reservoirs van personenwagens , bedrijfsvoertuigen en motorrijwielen ;

b ) de brandstof die zich in draagbare reservoirs in personenauto's en motorrijwielen bevindt , tot een maximum van 10 liter per voertuig en onverminderd de nationale voorschriften inzake bezit en vervoer van brandstoffen .

2 . In de zin van lid 1 wordt verstaan onder :

a ) " bedrijfsvoertuig " : elk motorvoertuig dat op grond van zijn constructietype en zijn uitrusting geschikt en bestemd is voor vervoer , al dan niet tegen betaling :

- van meer dan 9 personen , met inbegrip van de bestuurder ,

- van goederen ,

alsmede ieder wegvoertuig bestemd voor een ander gebruik dan vervoer in eigenlijke zin ;

b ) " personenwagen " : ieder motorvoertuig dat niet aan de sub a ) omschreven maatstaven beantwoordt ;

c ) " normale reservoirs " : de door de fabrikant blijvend in of aan alle motorvoertuigen van hetzelfde type als het betrokken voertuig aangebrachte reservoirs , waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt , zowel voor de voortbeweging van de voertuigen als , in voorkomend geval , voor de werking van koelsystemen .

Als normale reservoirs gelden ook gasreservoirs die zijn aangebracht aan motorvoertuigen en die het rechtstreeks verbruik van gas als brandstof mogelijk maken .

Artikel 83

Voor brandstof in de normale reservoirs van bedrijfsvoertuigen kunnen de Lid-Staten de vrijstelling beperken tot 200 liter per voertuig en per reis .

Artikel 84

De Lid-Staten kunnen de hoeveelheid brandstof die voor de vrijstelling in aanmerking komt , beperken :

a ) voor bedrijfsvoertuigen die internationaal vervoer verrichten :

- vanuit derde landen naar hun grensgebied met een maximale breedte van 25 km in rechte lijn ;

- vanuit een andere Lid-Staat naar hun grensgebied met een maximale breedte van 15 km in recht lijn ,

mits dit vervoer wordt verricht door personen die in dit gebied wonen ;

b ) voor personenwagens die toebehoren aan personen die wonen in het grensgebied met een derde land met een maximale breedte van 15 km in rechte lijn .

Artikel 85

Brandstoffen waarvoor vrijstelling is verleend , mogen niet worden gebruikt in een ander voertuig dan het voertuig waarin zij werden ingevoerd , noch uit dit voertuig worden verwijderd , noch worden opgeslagen , behalve gedurende de noodzakelijke herstellingen aan dat voertuig , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen door degene die de vrijstelling geniet .

Het niet-naleven van het bepaalde in de eerste alinea leidt tot toepassing van de voor de betrokken produkten geldende belasting over de toegevoegde waarde tegen het tarief dat van kracht is op de datum van de feiten , volgens de soort en op basis van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist wordt erkend of aanvaard .

Artikel 86

De in artikel 82 bedoelde vrijstelling geldt ook voor smeermiddelen die zich in motorvoertuigen bevinden en die overeenkomen met de normale behoeften voor het functioneren ervan gedurende het betreffende vervoer .

Hoofdstuk VII

Goederen voor de aanleg , het onderhoud of de verfraaiing van gedenktekens of begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers

Artikel 87

Vrijstelling wordt verleend voor goederen van ongeacht welke aard die worden ingevoerd door daartoe door de bevoegde autoriteiten erkende organisaties om te worden gebruikt voor de aanleg , het onderhoud of de verfraaiing van begraafplaatsen , graven en gedenktekens voor oorlogsslachtoffers van een ander land dan de Lid-Staat van invoer , die in laatstgenoemde Staat zijn begraven .

Hoofdstuk VIII

Lijkkisten , lijkurnen en grafornamenten

Artikel 88

Vrijstelling wordt verleend voor :

a ) lijkkisten die het stoffelijk overschot en urnen die de as van overledenen bevatten , alsmede bloemen , kransen en andere ornamenten die deze gewoonlijk vergezellen ;

b ) bloemen , kransen en andere ornamenten die worden meegebracht door personen die in een andere Staat dan die van invoer woonachtig zijn en zich naar een begrafenis begeven of graven op het grondgebied van de Staat van invoer komen verfraaien , voor zover uit de aard of de hoeveelheid van deze invoer geen commerciële overwegingen blijken .

TITEL XII

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 89

In geval deze richtlijn bepaalt dat de vrijstelling wordt verleend mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan , dient het bewijs dat aan deze voorwaarden is voldaan , door de betrokkenen ten behoeve van de bevoegde autoriteiten te worden geleverd .

Artikel 90

1 . De voor de toepassing van deze richtlijn in aanmerking te nemen tegenwaarde van de Ecu in nationale valuta wordt eenmaal per jaar vastgesteld . De voor de omrekening te gebruiken koers is die van de eerste werkdag van oktober ; zij wordt met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar van kracht .

2 . De Lid-Staten mogen de bedragen in nationale valuta , voortvloeiende uit de omrekening van de in Ecu luidende bedragen afronden .

3 . De Lid-Staten mogen de ten tijde van de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanpassing geldende bedragen onveranderd laten , indien omrekening van de in Ecu uitgedrukte bedragen van de vrijstellingen , voor de in lid 2 bedoelde afronding , zou leiden tot een wijziging van de in nationale valuta uitgedrukte vrijstelling van minder dan 5 % .

Artikel 91

De bepalingen van deze richtlijn vormen geen beletsel voor de handhaving door de Lid-Staten van :

a ) voorrechten en immuniteiten welke zij in het kader van onderling of met derde landen gesloten culturele , wetenschappelijke of technische samenwerkingsovereenkomsten verlenen ;

b ) bijzondere , door de aard van het grensverkeer gerechtvaardigde vrijstellingen welke zij in het kader van onderling of met landen buiten de Gemeenschap gesloten grensovereenkomsten verlenen .

Artikel 92

Tot de opstelling van communautaire bepalingen op het betrokken gebied vormt deze richtlijn geen beletsel voor de handhaving door de Lid-Staten van vrijstellingen bij invoer

a ) aan zeelieden van de koopvaardij ;

b ) aan werknemers die naar hun land terugkeren na een verblijf buiten de Lid-Staat van invoer wegens beroepswerkzaamheden van ten minste zes maanden .

Artikel 93

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om met ingang van 1 juli 1984 aan deze richtlijn te voldoen .

2 . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de bepalingen die zij met het oog op de toepassing van deze richtlijn vaststellen ; in voorkomend geval vermelden zij de bepalingen die zij vaststellen door middel van een verwijzing naar de identieke bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 918/83 .

Artikel 94

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 28 maart 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . ERTL

( 1 ) PB nr . C 171 van 11 . 7 . 1980 , blz . 8 .

( 2 ) PB nr . C 50 van 9 . 3 . 1981 , blz . 106 .

( 3 ) PB nr . C 300 van 18 . 11 . 1980 , blz . 11 .

( 4 ) PB nr . L 145 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 5 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .

BIJLAGE

Visueel en auditief materiaal van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving

37.04 * Platen en films , belicht , niet ontwikkeld ( negatieve en positieve ) : *

* A . cinematografische films : *

* ex II . andere positieve , van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard *

ex 37.05 * Platen , niet geperforeerde films en geperforeerde films ( andere dan cinematografische films ) , belicht en ontwikkeld ( negatieve en positieve ) , van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard *

37.07 * Cinematografische films , belicht en ontwikkeld , waarop al dan niet geluid is vastgelegd of waarop uitsluitend geluid is vastgelegd ( negatieve en positieve ) : *

* B . II . andere positieve : *

* ex a ) Filmjournaals ( al dan niet met geluid ) die gebeurtenissen vertonen welke op het moment van invoer actueel zijn en waarvan ten hoogste twee kopieën per onderwerp voor reproduktiedoeleinden worden ingevoerd *

* ex b ) overige : *

* - Archieffilms ( al dan niet met geluid ) , bestemd om aan nieuwsfilms te worden toegevoegd *

* - Ontspanningsfilms die vooral voor kinderen en jongeren geschikt zijn *

* - elders genoemd noch elders onder begrepen , van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard *

49.11 * Prenten , gravures , foto's en ander drukwerk , ongeacht de wijze waarop zij zijn vervaardigd : *

* ex B . andere : *

* - Microkaarten of andere dragers die gebruikt worden door voorlichtings - en documentatiediensten die gebruik maken van een computer , van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard *

* - Wandplaten uitsluitend bestemd voor demonstratie - en onderwijsdoeleinden *

ex 90.21 * Instrumenten , apparaten , toestellen en modellen , bestemd voor het geven van demonstraties ( voor onderwijs , tentoonstellingen , enz . ) , niet bruikbaar voor andere doeleinden : *

* - Modellen , maquettes en wandkaarten van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , uitsluitend bestemd voor demonstratie - en onderwijsdoeleinden *

* - verkleinde visuele maquettes of modellen van abstracte vormen zoals molecuulstructuren of wiskundige formules *

92.12 * Grammofoonplaten ; platen , cilinders , rollen , banden , films , draad , enz . , geprepareerd voor het opnemen van geluid of waarop geluid is opgenomen , voor de toestellen bedoeld bij post 92.11 of voor dergelijke doeleinden ; galvanische vormen en matrijzen , voor het maken van platen : *

* ex B . andere : *

* - van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard *

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

Diversen * - Hologrammen voor projectie met laserstraal *

* - Multimediaseries *

* - Geprogrammeerd onderwijsmateriaal , ook in sets , vergezeld van het overeenkomstige gedrukte materiaal

Top