EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978L0891

Richtlijn 78/891/EEG van de Commissie van 28 september 1978 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

OJ L 311, 4.11.1978, p. 21–28 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)
Greek special edition: Chapter 13 Volume 007 P. 181 - 189
Spanish special edition: Chapter 13 Volume 009 P. 74 - 81
Portuguese special edition: Chapter 13 Volume 009 P. 74 - 81
Special edition in Finnish: Chapter 15 Volume 002 P. 112 - 119
Special edition in Swedish: Chapter 15 Volume 002 P. 112 - 119
Special edition in Czech: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Estonian: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Latvian: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Lithuanian: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Hungarian Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Maltese: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Polish: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Slovak: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Slovene: Chapter 13 Volume 005 P. 195 - 202
Special edition in Bulgarian: Chapter 13 Volume 004 P. 195 - 202
Special edition in Romanian: Chapter 13 Volume 004 P. 195 - 202
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 062 P. 3 - 10

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/04/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1978/891/oj

31978L0891

Richtlijn 78/891/EEG van de Commissie van 28 september 1978 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

Publicatieblad Nr. L 311 van 04/11/1978 blz. 0021 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 7 blz. 0181
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0074
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0074


++++

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 28 september 1978

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

( 78/891/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Richtlijn 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 , inzake de onderlingen aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 1 ) , zoals gewijzigd bij de Toetredingsakte ( 2 ) , inzonderheid op de artikelen 17 , 18 en 19 ,

Gelet op Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud ( 3 ) ,

Gelet op Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen ( 4 ) ,

Overwegende dat bij de toepassing van de voorschriften van Richtlijn 76/211/EEG de noodzaak is gebleken om over te gaan tot een herziening van de maximaal toelaatbare fouten en van de indeling van de produkten ;

Overwegende dat een vereenvoudiging van de indeling van de produkten het voorverpakken daarvan slechts kan vergemakkelijken en dat de consument hierdoor een uitgebreidere keuze van voorverpakte produkten wordt geboden ;

Overwegende dat de vermeldingen op de kleine voorverpakkingen in bepaalde gevallen van geringere hoogte kunnen zijn dan in de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG is vastgesteld , maar dat deze opschriften toch voldoende zichtbaar en leesbaar moeten blijven ;

Overwegende dat de huidige statistische controlemethodes het mogelijk maken de steekproefschema's voor deze twee genoemde richtlijnen te beperken ;

Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de richtlijnen tot opheffing van technische handelsbelemmeringen in de sector meetmiddelen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De punten 3.1 , 4 en 5 van bijlage I van Richtlijn 75/106/EEG worden vervangen door de overeenkomstige punten , vervat in bijlage I van deze richtlijn .

Artikel 2

De punten 2.4 , 3.1 en 5 van bijlage I van Richtlijn 76/211/EEG worden vervangen door de overeenkomstige punten , vervat in bijlage II van deze richtlijn .

De punten 2.5 en 2.6 komen te vervallen .

Artikel 3

De bijlagen II van Richtlijn 75/106/EEG en Richtlijn 76/211/EEG worden tot en met punt 2.2 vervangen door de tekst van bijlage III van deze richtlijn .

Artikel 4

1 . De Lid-Staten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen , zodat deze bepalingen op 1 januari 1980 van kracht worden . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

2 . De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van intern recht mede , die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 28 september 1978 .

Voor de Commissie

Etienne DAVIGNON

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 .

( 3 ) PB nr . L 42 van 15 . 2 . 1975 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 46 van 21 . 2 . 1976 , blz . 1 .

BIJLAGE I

WIJZIGINGEN IN BIJLAGE I VAN RICHTLIJN 75/106/EEG

3.1 . Het nominale volume uitgedrukt in liter , centiliter of millimeter en aangegeven in cijfers met een minimumhoogte van

6 mm bij een nominaal volume van meer dan 100 cl ,

4 mm bij een nominaal volume van meer dan 20 doch niet meer dan 100 cl ,

3 mm bij een nominaal volume van meer dan 5 doch niet meer dan 20 cl ,

2 mm bij een nominaal volume van 5 cl of minder ,

gevolgd door het symbool of eventueel de naam van de gebruikte meeteenheid , overeenkomstig Richtlijn 71/354/EEG , gewijzigd bij Richtlijn 76/770/EEG .

Tot aan het verstrijken van de overgangsperiode waarin binnen de Gemeenschap gebruik mag worden gemaakt van de meeteenheden van het imperiale stelsel die voorkomen in bijlage II van Richtlijn 71/354/EEG , kan de aanduiding van het nominale volume uitgedrukt in SI-eenheden overeenkomstig de vorige alinea vergezeld gaan van het resultaat van de omzetting daarvan in meeteenheden van het imperiale stelsel ( VK ) , dat wordt verkregen door toepassing van de volgende omrekeningscoëfficiënten :

1 ml = 0,0352 fluid ounce ,

1 l = 1,760 pints of 0,220 gallon .

In zoverre zij zulks nodig achten kunnen de Lid-Staten deze tweede aanduiding voor de op hun nationale grondgebied in de handel gebrachte produkten verplicht stellen .

De vermeldingen in " imperial units " ( VK ) moeten worden aangebracht in tekens waarvan de afmetingen ten hoogste gelijk zijn aan die van de overeenkomstige vermelding in SI-eenheden .

4 . VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET VULBEDRIJF OF DE IMPORTEUR

Het vulbedrijf of de importeur is er verantwoordelijk voor dat de voorverpakkingen voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn .

De hoeveelheid vloeistof welke in een voorverpakking aanwezig is , werkelijk volume of vulhoeveelheid genaamd , moet worden gemeten of gecontroleerd onder verantwoordelijkheid van het vulbedrijf of de importeur . De meting of de controle geschiedt met behulp van een voor het gebruiksdoel geschikt wettig meetmiddel .

De controle kan door middel van steekproeven geschieden .

Indien het werkelijke volume niet is gemeten , dient de controle door het vulbedrijf dusdanig te geschieden dat de waarde van de nominale inhoud werkelijk gegarandeerd is overeenkomstig de voorschriften van deze richtlijn . Ten einde hieraan te voldoen moet het vulbedrijf bedrijfscontroles uitvoeren op een door de bevoegde diensten van de Lid-Staten erkende wijze en de documenten waarin de resultaten van deze controles zijn vermeld , ter beschikking van deze diensten houden om aan te tonen dat de controles , alsmede de correcties en aanpassingen waarvan zij de noodzaak hebben aangetoond , regelmatig en op de juiste wijze zijn verricht .

Bij invoer uit derde landen kan de importeur , in plaats van de meting te verrichten of de controle uit te voeren , het bewijs leveren dat hij zich heeft omringd met alle garanties die hem in staat stellen zijn verantwoordelijkheid te dragen .

Een van de manieren om bij de vervaardiging van de voorverpakking aan de verplichting tot het meten of controleren te voldoen , is het gebruik van een tapmaatfles als in de desbetreffende richtlijn is omschreven en die volgens de voorschriften van genoemde richtlijn en van deze richtlijn is gevuld .

5 . DOOR DE BEVOEGDE DIENSTEN BIJ HET VULBEDRIJF , DE IMPORTEUR OF DIENS IN DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE GEMACHTIGDE TE VERRICHTEN CONTROLES

De bevoegde diensten van de Lid-Staten controleren door steekproeven bij het vulbedrijf dan wel , indien zulks in de praktijk onmogelijk is , bij de importeur of bij diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde , of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met de voorschriften van deze richtlijn .

Deze statistische controle door middel van steekproeven geschiedt overeenkomstig de regels die op het gebied van de kwaliteitscontrole gelden . De controle dient een doeltreffendheid te hebben die vergelijkbaar is niet die van de in bijlage II beschreven referentiemethode .

Voor wat betreft het criterium van de minimaal toelaatbare inhoud wordt een steekproefschema dat door een Lid-Staat wordt gebruikt , vergelijkbaar verklaard met de in bijlage II aanbevolen proeven , indien de abscis van het ordinaatspunt 0,10 van de keuringskarakteristiek van het eerste schema ( goedkeurkans van de partij = 0,10 ) minder dan 15 % afwijkt van de abscis van het overeenkomstige punt van de keuringskarakteristiek van het steekproefschema dat in bijlage II wordt aanbevolen .

Voor het criterium van het gemiddelde , vastgesteld met behulp van de methode van de standaardafwijking , wordt een door een Lid-Staat gebruikt steekproefschema vergelijkbaar verklaard met de in bijlage II aanbevolen proeven indien , rekening houdend met de keuringskarakteristieken van deze beide schema's , met als variabele op de abscis ( V n - m ( 1 ) ) /s , de abscis van het ordinaatspunt 0,10 van de keuringskarakteristiek van het eerste schema ( goedkeurkans van de partij = 0,10 ) minder dan 0,05 afwijkt van de abscis van het overeenkomstige punt van de keuringskarakteristiek van het steekproefschema dat in bijlage II wordt aanbevolen .

( 1 ) m = werkelijk gemiddelde van de partij .

BIJLAGE II

WIJZIGINGEN IN BIJLAGE I VAN RICHTLIJN 76/211/EEG

2.4 . De maximaal toelaatbare fout in minus op de inhoud van een voorverpakking wordt vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel :

Minimaal toelaatbare inhoud in Q n in gram of milliliter * Maximaal toelaatbare fouten in minus *

* in % van Q n * in g of ml *

van 5 tot 50 * 9 * - *

van 50 tot 100 * - * 4,5 *

van 100 tot 200 * 4,5 * - *

van 200 tot 300 * - * 9 *

van 300 tot 500 * 3 * - *

van 500 tot 1 000 * - * 15 *

van 1 000 t/m 10 000 * 1,5 * - *

Bij toepassing van de tabel dienen de waarden , berekend in massa - of volume-eenheden op basis van de in % aangegeven maximaal toelaatbare fouten , naar boven te worden afgerond op een tiende gram of milliliter .

3.1 . De nominale hoeveelheid ( nominale massa of nominaal volume ) uitgedrukt in kilogram of gram , liter , centiliter of milliliter , aangegeven in cijfers met een hoogte van ten minste

6 mm bij een nominale hoeveelheid van meer dan 1 000 g of 100 cl ,

4 mm bij een nominale hoeveelheid van meer dan 200 g of 20 cl , doch niet meer dan 1 000 g of 100 cl ,

3 mm bij een nominale hoeveelheid van meer dan 50 g of 5 cl doch niet meer dan 200 g of 20 cl

2 mm bij een nominale hoeveelheid van 50 g of 5 cl of minder

gevolgd door het symbool of eventueel de naam van de gebruikte meeteenheid , overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 71/354/EEG , gewijzigd bij Richtlijn 76/770/EEG .

De vermeldingen in " imperial units " ( VK ) moeten worden aangebracht in tekens waarvan de afmetingen ten hoogste gelijk zijn aan die van de overeenkomstige vermelding in SI-eenheden .

5 . DOOR DE BEVOEGDE DIENSTEN BIJ HET VULBEDRIJF , DE IMPORTEUR OF DIENS IN DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE GEMACHTIGDE TE VERRICHTEN CONTROLES

De bevoegde diensten van de Lid-Staten controleren door steekproeven bij het vulbedrijf dan wel , indien zulks in de praktijk onmogelijk is , bij de importeur of bij diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde , of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met de voorschriften van deze richtlijn .

Deze statistische controle door middel van steekproeven geschiedt overeenkomstig de regels die op het gebied van de kwaliteitscontrole gelden . De controle dient een doeltreffenheid te hebben die vergelijkbaar is met die van de in bijlage II beschreven referentiemethode .

Voor wat betreft het criterium van de minimaal toelaatbare inhoud wordt een steekproefschema dat door een Lid-Staat wordt gebruikt , vergelijkbaar verklaard met de in bijlage II aanbevolen proeven , indien de abscis van het ordinaatspunt 0,10 van de keuringskarakteristiek van het eerste schema ( goedkeurkans van de partij = 0,10 ) minder dan 15 % afwijkt van de abscis van het overeenkomstige punt van de keuringskarakteristiek van het steekproefschema dat in bijlage II wordt aanbevolen .

Voor het criterium van het gemiddelde , vastgesteld met behulp van de methode van de standaardafwijking , wordt een door een Lid-Staat gebruikt steekproefschema vergelijkbaar verklaard met de in bijlage II aanbevolen proeven indien , rekening houdend met de keuringskarakteristieken van deze beide schema's , met als variabele op de abscis ( Q n - m ( 1 ) ) /s , de abscis van het ordinaatspunt 0,10 van de keuringskarakteristiek van het eerste schema ( goedkeurkans van de partij = 0,10 ) minder dan 0,05 afwijkt van de abscis van het overeenkomstige punt van de keuringskarakteristiek van het steekproefschema dat in bijlage II wordt aanbevolen .

( 1 ) m = werkelijk gemiddelde van de partij .

BIJLAGE III

WIJZIGINGEN IN BIJLAGE II VAN DE RICHTLIJNEN 75/106/EEG EN 76/211/EEG

BIJLAGE II

Deze bijlage bepaalt de regels voor de referentiemethode voor de statistische controle van partijen voorverpakkingen overeenkomstig de voorschriften van artikel 3 van de richtlijn en van punt 5 van bijlage I .

1 . VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE METING VAN DE WERKELIJKE INHOUD VAN VOORVERPAKKINGEN

De werkelijke inhoud van voorverpakkingen kan rechtstreeks worden gemeten met behulp van weegwerktuigen of van meetmiddelen voor inhoudsmeting of , bij een vloeistof , indirect door weging van het voorverpakte produkt en bepaling van de volumieke massa daarvan .

Ongeacht de toegepaste methode mag de meetfout bij de bepaling van de werkelijke inhoud van een voorverpakking ten hoogste gelijk zijn aan een vijfde van de maximaal toelaatbare fout in minus geldend voor de nominale hoeveelheid van de inhoud van de voorverpakking . Elke Lid-Staat kan eigen voorschriften uitvaardigen met betrekking tot de werkwijze voor deze meting .

2 . VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE CONTROLE VAN PARTIJEN VOORVERPAKKINGEN

De controle van voorverpakkingen geschiedt door middel van steekproeven en bestaat uit twee gedeelten :

- de werkelijke inhoud van elke voorverpakking van de steekproef wordt gecontroleerd ,

- de gemiddelde werkelijke inhoud van de voorverpakkingen van de steekproef wordt gecontroleerd .

Een partij voorverpakkingen wordt aanvaardbaar geacht indien de resultaten van beide controles te zamen aan de goedkeurcriteria voldoen .

Voor elk van deze controles heeft men de keuze uit twee steekproefschema's :

- één voor niet-destructieve controle , dat wil zeggen een controle waarbij de verpakking niet wordt geopend ,

- het andere voor de destructieve controle , dat wil zeggen een controle waarbij de verpakking wordt geopend of vernield .

Laatstgenoemde controle wordt om economische en praktische redenen tot het strikt noodzakelijk beperkt en is minder doeltreffend dan de niet-destructieve controle .

Destructieve controle mag derhalve alleen worden toegepast wanneer niet-destructieve controle praktisch niet uitvoerbaar blijkt . In het algemeen is zij niet van toepassing op partijen van minder dan honderd voorverpakkingen .

2.1 . Partij voorverpakkingen

2.1.1 . De partij omvat alle voorverpakkingen van dezelfde nominale hoeveelheid , van hetzelfde model , van dezelfde fabricage en op dezelfde plaats gevuld , die aan controle worden onderworpen . De grootte van de partij is beperkt tot de hierna genoemde waarden .

2.1.2 . Indien de controle van voorverpakkingen aan het einde van de vulketen plaatsvindt , is de grootte van de partij gelijk aan de maximale uurproduktie van de vulinstallatie , zonder beperking van het aantal . In de overige gevallen wordt de grootte van de partij beperkt tot 10 000 voorverpakkingen .

2.1.3 . Partijen met een grootte van minder dan 100 voorverpakkingen worden in voorkomend geval voor 100 % op niet-destructieve wijze gecontroleerd .

2.1.4 . Voorafgaand aan de in de punten 2.2 en 2.3 bedoelde controles dient men een voldoende aantal voorverpakkingen willekeurig uit de partij te lichten ten einde de controle te kunnen verrichten waarvoor de grootste steekproef is vereist .

Voor de andere controle zal het benodigde monster willekeurig uit de eerste steekproef worden getrokken en worden gemerkt .

Dit merken dient voor de aanvang van de metingen te zijn verricht .

2.2 . Controle van de werkelijke inhoud van een voorverpakking

De minimaal toelaatbare inhoud wordt verkregen door van de nominale hoeveelheid van de voorverpakking de met die hoeveelheid overeenkomende maximaal toelaatbare fout in minus af te trekken .

De voorverpakkingen van een partij met een kleinere werkelijke inhoud dan de minimaal toelaatbare inhoud worden ondeugdelijk genoemd .

2.2.1 . Niet-destructieve controle

De niet-destructieve controle wordt verricht volgens een dubbel steekproefschema weergegeven in onderstaande tabel :

Het eerste aantal gecontroleerde voorverpakkingen moet gelijk zijn aan de grootte van de eerste in het schema vermelde steekproef :

- Indien het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen uit de eerste steekproef kleiner is dan of gelijk is aan het eerste goedkeurcriterium , wordt de partij voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd .

- Indien het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen uit de eerste steekproef groter is dan of gelijk is aan het eerste afkeurcriterium , wordt de partij afgekeurd .

- Indien het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen uit de eerste steekproef ligt tussen het eerste goedkeurcriterium en het eerste afkeurcriterium , moet ter controle een tweede steekproef worden genomen waarvan de grootte in het schema is aangegeven .

De aantallen ondeugdelijke voorverpakkingen uit de eerste en uit de tweede steekproef moeten bij elkaar worden opgeteld :

- Indien het opgetelde aantal ondeugdelijke voorverpakkingen minder bedraagt dan of gelijk is aan het tweede goedkeurcriterium , wordt de partij voor deze controle als aanvaardbaar beschouwd .

- Indien het opgetelde aantal ondeugdelijke voorverpakkingen groter is dan of gelijk is aan het tweede afkeurcriterium , wordt de partij afgekeurd .

TABEL

Grootte van de partij * Steekproef * Aantal ondeugdelijke voorverpakkingen *

* Volgorde * Steekproefgrootte * Steekproefgrootte na optelling * Goedkeurcriterium * Afkeurcriterium *

100 t/m 500 * 1 . * 30 * 30 * 1 * 3 *

* 2 . * 30 * 60 * 4 * 5 *

501 t/m 3 200 * 1 . * 50 * 50 * 2 * 5 *

* 2 . * 50 * 100 * 6 * 7 *

3 201 en meer * 1 . * 80 * 80 * 3 * 7 *

* 2 . * 80 * 160 * 8 * 9 *

2.2.2 . Destructieve controle

De destructieve controle wordt verricht volens onderstaand enkelvoudig steekproefschema en mag slechts worden toegepast bij partijen met een grootte van meer dan of gelijk aan 100 voorverpakkingen .

Het aantal gecontroleerde voorverpakkingen is gelijk aan 20 .

- Indien het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen uit de steekproef kleiner is dan of gelijk is aan het goedkeurcriterium , wordt de partij als aanvaardbaar beschouwd .

- Indien het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen uit de steekproef groter is dan of gelijk is aan het afkeurcriterium , wordt de partij afgekeurd .

Grootte van de partij * Steekproefgrootte * Aantal ondeugdelijke voorverpakkingen *

* * Goedkeurcriterium * Afkeurcriterium *

Ongeacht de grootte ( * 100 ) * 20 * 1 * 2

Top