11957E173

VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, VIJFDE DEEL - DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN, HOOFDSTUK 1: DE INSTELLINGEN, VIERDE AFDELING: HET HOF VAN JUSTITIE, ARTIKEL 173


++++

Artikel 173

Het Hof van Justitie gaat de wettigheid na van de handelingen van de Raad en van de Commissie , voor zover het geen aanbevelingen of adviezen betreft . Te dien einde is het bevoegd uitspraak te doen inzake elk door een Lid-Staat , de Raad of de Commissie ingesteld beroep wegens onbevoegdheid , schending van wezenlijke vormvoorschriften , schending van dit Verdrag of van enige uitvoeringsregeling daarvan , dan wel wegens misbruik van bevoegdheid .

Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder dezelfde voorwaarden beroep instellen tegen de tot hem gerichte beschikkingen , alsmede tegen beschikkingen die , hoewel genomen in de vorm van een verordening , of van een beschikking gericht tot een andere persoon , hem rechtstreeks en individueel raken .

Het in dit artikel bedoelde beroep moet worden ingesteld binnen twee maanden te rekenen , al naar het geval , van de dag van bekendmaking van de handeling , van die van kennisgeving aan de verzoeker of , bij gebreke daarvan , van de dag waarop de verzoeker van de handeling heeft kennis gekregen .