![]() |
Publicatieblad |
NL C-serie |
C/2024/5079 |
26.8.2024 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d'État (Frankrijk) op 21 mei 2024 – Amazon EU Sàrl / Ministre de la Culture en Ministre de l’Économie, des Finances et de la Souveraineté industrielle et numérique
(Zaak C-366/24, Amazon EU)
(C/2024/5079)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d'État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Amazon EU Sàrl
Verwerende partijen: Ministre de la Culture en Ministre de l’Économie, des Finances et de la Souveraineté industrielle et numérique
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 1, lid 4, van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (1) aldus worden uitgelegd dat het een nationale maatregel die de verrichting op het grondgebied van een lidstaat van een dienstenactiviteit ter bescherming of bevordering van de culturele verscheidenheid regelt, uitsluit van de werkingssfeer van die richtlijn, of moet die bepaling, gelezen in samenhang met artikel 16, lid 1, onder b), van die richtlijn, aldus worden uitgelegd dat het behoud of de bevordering van de culturele verscheidenheid kan rechtvaardigen dat wordt afgeweken van het verbod om in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichters te onderwerpen aan een vereiste dat is ingevoerd bij een dergelijke nationale regeling? |
2) |
Verzet de beoordeling van de verenigbaarheid van een dergelijke nationale regeling met de doelstellingen van richtlijn 2006/123 zich tegen een dergelijke toetsing aan het primaire recht van de Europese Unie? |
3) |
Ingeval moet worden beoordeeld of een nationale maatregel die is vastgesteld om de culturele verscheidenheid te beschermen of te bevorderen, verenigbaar is met de door de artikelen 34 en 56 VWEU gewaarborgde vrijheden, moet een nationale maatregel tot vaststelling van een minimumtarief voor de levering aan huis van een goed dan worden geacht betrekking te hebben op een wijze van verkoop van dat goed en moet die maatregel dus worden beoordeeld uit het oogpunt van het vrije verkeer van goederen, of moet die regeling enkel worden beoordeeld uit het oogpunt van het vrij verrichten van diensten, met name gelet op de aantasting van de onlineverkoop van dat goed of op het feit dat de levering een dienst is die moet worden onderscheiden van de verkoop van het goed? |
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/5079/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)