European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie C


C/2023/52

9.10.2023

Beroep ingesteld op 17 juli 2023 — Al-Assad / Raad

(Zaak T-420/23)

(C/2023/52)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mudar Al-Assad (Damascus, Syrië) (vertegenwoordiger: B. Grundler, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker verzoekt het Gerecht:

uitvoeringsverordening (EU) 2023/844 van de Raad van 24 april 2023 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië nietig te verklaren voor zover deze hem betreft;

verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011, en de bijlagen bij eerstgenoemde verordening, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) 2023/844, nietig te verklaren voor zover deze hem betreffen;

de Raad, voor zover in het ongelijk gesteld, te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

1.

Schending van de motiveringsplicht. Verzoeker voert aan dat de Raad, door enkel te vermelden dat “Mudar […] al-Assad […] een neef [is] van Bashar al-Assad en […] dus deel uit[maakt] van de familie Assad”, niet heeft voldaan aan zijn motiveringsplicht zoals uitgelegd door de Unierechter.

2.

De Raad heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en zijn beslissing was ongegrond. Verzoeker betoogt dat de Raad op grond van zijn familiebanden ten onrechte heeft aangenomen dat hij profiteerde van en banden onderhield met het Syrische regime, terwijl de Raad voor een vermelding op de betrokken bijlage had moeten beschikken over bewijs van feitelijk gedrag waaruit zijn persoonlijke aansprakelijkheid blijkt.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/52/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)