4.9.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 314/16 |
Beroep ingesteld op 13 juli 2023 — Imerys Aluminates Groupe/Commissie
(Zaak T-391/23)
(2023/C 314/19)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Imerys Aluminates Groupe (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: Y. Martinet, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
vast te stellen dat de Europese Commissie in een document met de titel “Frequently Asked Questions on Free Allocation Rules for the EU ETS post 2020” (Veelgestelde vragen over de regels voor kosteloze toewijzing in de EU na 2020) van 22 juli 2019 een voor de verzoekende partij nadelige en voor de lidstaten bindende interpretatie heeft vastgesteld, zoals uitgelegd door de Conseil d’État (nationale rechter in laatste aanleg, Frankrijk); |
— |
de Europese Commissie te veroordelen tot vergoeding van de schade die Imerys Aluminates Groupe heeft geleden door de vaststelling van het document “Frequently Asked Questions on Free Allocation Rules for the EU ETS post 2020” (Veelgestelde vragen over de regels voor kosteloze toewijzing in de EU na 2020) van 22 juli 2019 ten bedrage van 40 075 347 EUR; |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.
1. |
Eerste middel: onrechtmatig handelen van de Commissie door de vaststelling van een document van 22 juli 2019 met de titel “Frequently Asked Questions on Free Allocation Rules for the EU ETS post 2020” (hierna: “FAQ”). Dit middel bestaat uit drie onderdelen
|
2. |
Tweede middel: schending van het rechtszekerheidsbeginsel indien uitvoeringsverordening nr. 2021/447 (1) aldus wordt uitgelegd dat daarin impliciet de interpretatieregels worden vastgesteld die uitdrukkelijk zijn opgenomen in de FAQ van 22 juli 2019. |
(1) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie van 12 maart 2021 tot vaststelling van herziene benchmarkwaarden voor de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de periode van 2021 tot en met 2025 overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2021, L 87, blz. 29).