6.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/28


Beroep ingesteld op 13 december 2022 — Madre Querida e.a. / Commissie

(Zaak T-781/22)

(2023/C 45/37)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partijen: Madre Querida, SL (Burela, Spanje), Hermanos Galdo, SL (Burela), Pesqueras Breogan, SL (Burela), Breso Pesca, SL (Burela), Casariego 99, SL (Ribadeo, Spanje), Pesquerías Mapa, SL (Gozón, Spanje), Virgen de Pastoriza, SL (Burela), Pesca Norte Breogan, SL (Burela), Basanta Frá Hnos, CB (Burela), Armapesca Burela, SL (Burela), Deycon Pesca, SL (Viveiro, Spanje), Larrabaste, SLU (Cariño, Spanje), Pesqueras Canoura, SL (Burela), Pesqueras Luarquesa, SL (Navia, Spanje), Pastor Nauta, CB (Cervo, Spanje), Villaselan 99, SL (Tapia de Casariego, Spanje) en Organización de Productores Pesqueros del Puerto de Burela (LUGO) (Burela) (vertegenwoordigers: Á. Givaja Sanz, A. Lamadrid de Pablo en V. Romero Algarra, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van artikel 2 van en bijlage II bij uitvoeringsverordening (EU) 2022/1614 van de Commissie van 15 september 2022 tot bepaling van de bestaande diepzeevisserijgebieden en tot vaststelling van een lijst van gebieden waar kwetsbare mariene ecosystemen voorkomen of waarschijnlijk zullen voorkomen (1);

subsidiair ongeldigverklaring overeenkomstig artikel 277 VWEU van artikel 9, leden 6 en 9, van verordening (EU) 2016/2336 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de visserij op diepzeebestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, tot vaststelling van bepalingen voor de visserij in de internationale wateren van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en tot intrekking van verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad (2) (basisverordening), en

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen twee middelen aan.

1.

Eerste middel: artikel 2 van en bijlage II bij de uitvoeringsverordening is in strijd met algemene beginselen van het Unierecht en met name met het non-discriminatie- en het evenredigheidsbeginsel, aangezien zij i) het non-discriminatiebeginsel schenden door vistuig dat verschillend is, gelijk te behandelen en door de wateren van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan niet gelijk te behandelen, en ii) het evenredigheidsbeginsel schenden door verder te gaan dan wat geschikt en nodig is om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verwezenlijken.

2.

Tweede, subsidiair middel: exceptie van onrechtmatigheid van artikel 9, leden 6 en 9, van de basisverordening, aangezien die leden in strijd zijn met algemene beginselen van het Unierecht doordat zij zich niet verdragen met artikel 291 VWEU en het evenredigheidsbeginsel.


(1)  PB 2022, L 242, blz. 1.

(2)  PB 2016, L 354, blz. 1.