Beroep ingesteld op 24 november 2022 — Pumpyanskiy / Raad

(Zaak T-740/22)

(2023/C 24/99)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Dmitry Alexandrovich Pumpyanskiy (Jekaterinburg, Rusland) (vertegenwoordigers: G. Lansky, P. Goeth, A. Egger, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

—

krachtens de artikelen 263, 275, lid 2, en 277 VWEU de niet-toepasselijkheid vaststellen van artikel 2, lid 1, onder f) en g), van besluit 2014/145/GBVB (1) van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2022/329/GBVB (2) van de Raad, en artikel 3, lid 1, onder f) en g), van verordening (EU) 269/2014 (3) van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2022/330 (4) van de Raad (hierna: “betwiste criteria voor plaatsing op de lijst”);

—

besluit (GBVB) 2022/1530 (5) van de Raad van 14 september 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, en uitvoeringsverordening (EU) 2022/1529 (6) van de Raad van 14 september 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (hierna: “bestreden handelingen”), krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren voor zover zij betrekking hebben op verzoeker (vermelding nr. 724 in de lijst);

—	de Raad overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

1.	Eerste middel: schending van verzoekers rechten van verdediging.

2.	Tweede middel: beoordelingsfout van de Raad door verzoekers naam in de bijlagen bij de bestreden handelingen op te nemen.

3.	Derde middel: schending van de in artikel 296, tweede alinea, VWEU vastgestelde motiveringsplicht.

4.	Vierde middel: onrechtmatige schending van verzoekers grondrechten, waaronder het recht op eerbiediging van zijn privéleven, familie- en gezinsleven, woonplaats en communicatie, alsmede zijn eigendomsrecht.

Bovendien voert verzoeker op grond van artikel 277 VWEU aan dat uit de betwiste criteria voor plaatsing op de lijst een onoplosbaar conflict blijkt met het beginsel van voorzienbaarheid, met de waarden die daaraan ten grondslag liggen en met de rechtstaat.

---

(1)  Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, p. 16).

(2)  Besluit (GBVB) 2022/329 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 50, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 6).

(4)  Verordening (EU) 2022/330 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 51, blz. 1)

(5)  Besluit (GBVB) 2022/1530 van de Raad van 14 september 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 239, blz. 149).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1529 van de Raad van 14 september 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 239, blz. 1).