23.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 24/25 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo (Spanje) op 10 oktober 2022 — AB Volvo / Transsaqui S.L.
(Zaak C-632/22)
(2023/C 24/33)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Tribunal Supremo
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: AB Volvo
Verwerende partij: Transsaqui S.L.
Prejudiciële vragen
1) |
Kan artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in samenhang met artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in de in deze beslissing beschreven omstandigheden van het geding betreffende het vrachtwagenkartel aldus worden uitgelegd dat de dagvaarding van een moedermaatschappij waartegen een schadevordering wegens een mededingingsbeperkende gedraging is ingesteld, moet worden geacht naar behoren te hebben plaatsgevonden wanneer de betekening ervan is gedaan (of wanneer is getracht om deze te doen) ten kantore van de dochtermaatschappij die is gevestigd in de staat waar het geding aanhangig is, en de in een andere lidstaat gevestigde moedermaatschappij niet in het geding is verschenen, maar verstek heeft laten gaan? |
2) |
Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, is deze uitlegging van artikel 47 van het Handvest dan verenigbaar met artikel 53 ervan, gelet op de rechtspraak van de Tribunal Constitucional (grondwettelijk hof, Spanje) betreffende de betekening van in een andere lidstaat gevestigde moedermaatschappijen in geschillen betreffende het vrachtwagenkartel? |