5.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 463/15


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg (Nederland) op 11 augustus 2022 — SN e.a. tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(Zaak C-540/22)

(2022/C 463/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: SN, AS, RA, AA, OK, SD, IS, YZ, VK, VM, SP, OZ, OK, MM, PS, OP, ST, OO, ST, OS, AB, AT, PM, IY, SO, HY, VK, VL, DT, DM, DK, OK, MK, VM, VM, AY, PD, SS, OH, AZ, RS, VD, AI, OK

Verweerder: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Prejudiciële vragen

1)

Omvat het in de artikelen 56 en 57 van het VWEU gewaarborgde vrije verkeer van diensten een van dit recht afgeleid verblijfsrecht in een lidstaat voor derdelanderwerknemers die in die lidstaat mogen worden tewerkgesteld door een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter?

2)

Zo nee, verzet artikel 56 van de VWEU zich ertegen dat, in het geval de duur van de dienstverrichting langer dan drie maanden bedraagt, per individuele werknemer een verblijfsvergunning moet worden aangevraagd naast een eenvoudige meldingsplicht voor de dienstverrichter?

3)

Zo nee, verzet artikel 56 van de VWEU zich tegen

a)

een nationale wettelijke bepaling dat de geldigheidsduur van een dergelijke verblijfsvergunning, ongeacht de duur van de dienstverrichting, niet meer dan twee jaar kan bedragen?

b)

het beperken van de geldigheidsduur van een dergelijke verblijfsvergunning tot de geldigheidsduur van de werk- en verblijfsvergunning in de lidstaat van vestiging van de dienstverrichter?

c)

het heffen van leges per (verlengings)aanvraag waarvan de hoogte gelijk is aan de verschuldigde leges voor een reguliere vergunning voor het verrichten van arbeid door een derdelander, maar vijf maal zo hoog als het legesbedrag voor een bewijs van rechtmatig verblijf van een Unieburger?